Het noodkerkje van
Wieringerwerf
Historisch Genootschap
Wieringermeer
Pier Montsma
Op 17 april 1945 om 12.15 uur laten Duitse soldaten met explosieven de dijk van de
Wieringermeer springen: het IJsselmeerwater kan vrij de polder instromen. Mede door een
storm enkele dagen later ontstaat er een enorme schade aan gebouwen en gewassen. Na
de bevrijding wordt snel met het herstel van de dijk begonnen en op 16 december 1946 is
de polder opnieuw droog. Er wordt een begin gemaakt met de wederopbouw. Er worden
allerlei tijdelijke gebouwen neergezet: noodwoningennoodschuren, noodstallen en zelfs
enkele noodkerkjes. Dit artikel bespreekt het noodkerkje van Wieringerwerf.
Zwitsers noodkerkje
Na de oorlog heeft de Nederlands Hervormde
Synode een Noodcommissie ingesteld; deze
krijgt van de Zwitserse regering de beschikking
over 20 houten kerken. O.a. Den Helder en
Oostburg (Z), maar ook Wieringerwerf krijgen
een kerkje in bruikleen. Op 13 april 1946 komt
het kerkje in onderdelen aan in Den Oever.
Aannemer L. Schotte zal het kerkje in elkaar
zetten, vlakbij de gehavende katholieke kerk.
Het wordt een eenvoudig gebouwtje dat plaats
kan bieden aan 225 personen en voorzien zal
zijn met een consistoriekamer (kerkenraadska
mer) als vergaderruimte. Alles bij elkaar niet
De verwoeste kerk van Wieringerwerf met al enkele delen van de nieuwe Zwitserse noodkerk,
waaronder het karakteristieke torentje naast de wagen.
25ste jaargang 2017/1, nummer 76