Wonen na de onder
waterzetting
Historisch Genootschap
Wieringermeer
Laurens van der Vaart
Tijdens een zoektocht naar ervaringen en belevenissen van het wonen in een noodwo
ning kwam ik op diverse adressen terecht. Ik sprak met zes ervaringsdeskundigen die, zij
waren toen tussen 5 en 25 jaar, in een noodwoning hadden geleefd. Overal kwamen de oude
plakboeken tevoorschijn. Geert Koekoek, Tine Koekoek-Viersen, Dick Schenk, Lies Schenk-
van der Oord, Wim Smit en Gré Smit-Schenk zorgden samen voor onderstaande ingredi-
enten over de komst en het verdwijnen van noodwoningen na de onderwaterzetting.
Allerlei soorten noodwoningen
Wie denkt dat alle voormalige bewoners na de
onderwaterzetting in een Zweedse noodwoning
werden gehuisvest, heeft het mis. Op verschil
lende plekken kwamen eigen aangeschafte
noodwoningen te staan.
De onderwaterzetting was eind april 1945 een
feit. Alle gewassen, net ingezaaid of al in bloei,
verdwenen onder water en stierven af. Oogst
jaar 1945 was verloren, een enorme schade.
Daarbovenop kwam alle schade aan boerderij
en en woningen. Nadat de polder in december
1945 voor de tweede maal droog was gevallen,
werd de drang van de landbouwers steeds
groter om aan de slag te gaan op hun verwoeste
land. Nu zaten velen van hen buiten de polder:
in omringende plaatsen als Medemblik, Aarts
woud of Kolhorn. Elke dag heen en weer naar
het land en verwoeste boerderij was geen goed
werkende optie. Bovendien werd in die tijd nog
veelvuldig gebruik gemaakt van paarden. Voor
mens en dier moesten oplossingen komen.
Een aantal boeren had kennissen, familie of
relaties in de omgeving en op die manier koch
ten zij ergens zelf een noodwoning voor enkele
honderden guldens. Die woning werd geplaatst
naast de overblijfselen van de boerderij. Het
nieuwe huis werd aangesloten op de bestaande
waterleiding en het elektriciteitsnet. En er was
hier en daar ook een kwast verf nodig om het
geheel te beschermen tegen weer en wind.
25ste jaargang 2017/1, nummer 76
JAARVERSLAG 1545-1944 bijlast XVII.