De bodemvruchtbaarheid van de Wieringermeer
bodemvruchtbaarheid te verkrijgen en
dat vergde tijd.
De lichtere zandgronden baarden
zorgen door hun stuifgevoeligheid en
daarmee van het producerend vermo
gen. Dat is de reden, dat de Dienst der
Domeinen veel van deze gronden uit
gaf als gemengd bedrijf met een zgn.
graslandplicht. Stalmest en het bedekt
houden van de grond voorkwamen veel
problemen en werkte vruchtbaarheids-
verhogend. Ook werd ter verhoging van
het organische stofgehalte de teelt van
groenbemesting na de oogst bevorderd.
In de zestiger jaren verdween die
plicht doordat er uit de opkomende
varkens- en kippenbedrijven veel mest
ter beschikking kwam. Dat had tot
gevolg, dat veel kleine vee-eenheden
verdwenen. Men had andere middelen
om de bodemvruchtbaarheid op peil te
houden. Hiermee werden de lichtere
gronden steeds waardevoller voor de
teelt van groentegewassen en bloembol
len. Het kan dus verkeren, aanvankelijk
werd aan de zwaardere kleigronden de
hoogste waarde t.a.v. bodemvruchtbaar
heid toegekend, tegenwoordig is dat
aan de lichtere gemakkelijk bewerkbare
grond. Door de kennis van de boer en
het zorgen voor goed water is hier een
gebied ontstaan met veel mogelijkhe
den voor het produceren van gewassen.
De bodemvruchtbaarheid van onze pol
der is dus een factor, die mede bepaald
is door het verwerven van kennis en het
handelen van de boeren
Prof. dr. J.M. van Bemmelenhoeve
24ste jaargang 2016/3, nummer 75