En op van de
beddenplank af
bevallen, kon
je ook niet
vertrouwen.f
Trouwen
verenigingen in het oosten van het land
spelen dit nog wel eens na.
In het verleden was er nog een wijze
van huwelijksvoltrekking die vandaag
de dag volgens mij niet meer voorkomt
in dit land. Trouwen
met de handschoen.
Toen reizen een hele
onderneming was
kwam het in het za
kenleven bij voorbeeld
voor dat iemand een
familielid of vriend
een (neem ik aan)
rechter handschoen
stuurde die eenmaal
aangetrokken de
gemachtigde in de
plaats stelde van eigenaar. Bruidegoms
waren ook wel eens ver weg. Bv. in de
koloniën. Voordat de bruid zich bij hem
mocht voegen moest er eerst getrouwd
worden. Daar was dus een handschoen
voor nodig. Gelukkig werden er niet
meer eisen gesteld aan de gemachtigde.
Eeuwen daarvoor trouwden er heel
wat prinsessen met de handschoen. De
nep bruidegom was na de huwelijksvol
trekking nog niet klaar. Het huwelijk
moest symbolisch ook nog "geconsu
meerd" worden. Daarvoor werd er van
hem verwacht dat hij zich met één ont
bloot been zich naast de in vol ornaat
geklede bruid in het hemelbed begaf.
Terug naar deze eeuw. Voordat het
tot trouwen kwam had zich vaak al
heel wat afgespeeld. Was men elkaar
toevallig tegengekomen en sprong
er een vonk over? Hadden vader of
moeder je een tip aan de hand gedaan?
Per slot van rekening was in hun ogen
niet iedereen goed genoeg. Trouwden
bunders niet met bunders? En sliep de
duivel niet tussen twee geloven op een
kussen? In kleine gemeenschappen, bv.
geïsoleerde zandgebieden of eilanden
kwam je al gauw bij familie, ver of
dichtbij, terecht. Daar heeft het nage
slacht nogal eens voor moeten boeten
via erfelijke gebreken in lichaam en
geest. En bestonden er in Groningen
geen besloten dansclubs waar ieder lid
door een ballotage
commissie moest?
In de 50-er en 60-er
jaren werden deze
clubs nog wel eens
bezocht door Wie-
ringermeerders met
Groninger wortels.
Dat man en vrouw
samen voor het
nageslacht zorgden
was in het verleden
een ijzeren wet, waar
streng de hand aan werd gehouden.
Wanneer een jongen een meisje zwan
ger in de steek liet was het niet best.
Hij werd met pek en veren weggejaagd.
Al werd de maagdelijkheid van het
meisje hoog geprezen in burgerkringen
en duidde de witte bruidsjurk daar ook
op, zwanger het huwelijk in was in vele
plattelandsgebieden niet ongewoon.
Je kocht nu eenmaal geen "kat in de
zak". En op "van de beddenplank af
bevallen, (9 maanden na het huwelijk)
kon je ook niet vertrouwen. Kinderen
waren een levensverzekering en een
garantie dat het bedrijf of bezit behou
den bleef. Veel huwelijken werden uit
liefde gesloten, maar ook niet allemaal.
"Als je maar niet overbleef". Werd er
niet gezegd: "De liefde komt vanzelf
wel". En dat gebeurde ook. Tegenwoor
dig krijg je wel eens de indruk dat het
tegengestelde het geval is. Heel veel
liefde in het begin, maar helaas niet
blijvend.
Dat vele van de hierboven genoemde
losse opmerkingen ook golden voor
onze nog jonge Wieringermeer blijkt
uit de volgende verhalen
24ste jaargang 2016/1, nummer 73