Gehouden
genootschapsactiviteiten
Historisch Genootschap
Wieringermeer
Ina Hoogenbosch-Glas
Taalkundig onderzoek in de Wieringermeer
Na afloop van de jaarvergadering van
februari 2015 in Slootdorp, sprak de heer
Harrie Scholtmeijer over zijn taalkundig
veldwerk in de Wieringermeer. Hij had eerder
een lezing bijgewoond van Kees Meeuwsen
in Emmeloord, waarbij Meeuwsen een
film afspeelde over de Zuiderzeewerken in
de Wieringermeer. Het was een film van
Joris Ivens. Hierop zag je de dijkwerkers,
maar ook tractoren, golvende korenvelden,
wapperend wasgoed en een schooldeur die
gesloten werd achter de leerlingen die uit
bijna alle delen van Nederland kwamen.
Scholtmeijer herinnerde zich dat een
vorige taalonderzoekster in de jaren dertig
dezelfde film had gezien. Zij was de fonetica
dr. Louise Kaiser (1891-1973). Louise vroeg
zich af toentertijd hoe de verschillen van
geest en spraak zich zouden ontwikkelen.
In december 1935 begon zij met het onder
zoek en niemand weigerde om mee te doen.
Ze zocht contact met haar collega Henri Nico-
laas ter Veen, hoogleraar sociologie. Hij had
een onderzoek gedaan naar de kolonisatie van
de Haarlemmermeer. Daar was het kolonisatie
proces slecht verlopen. Het bleek dat die polder
verpauperde en dit moest in de Wieringermeer
voorkomen worden. Tussen 1936 en 1939 wer
den 2122 personen, bijna de gehele bevolking
van de Wieringermeer, taalkundig onderzocht.
Als dank voor de medewerking werd er een
feest met de goochelaar Ben Ali Libi en Nap
Kleijne, in hotel Smit in Middenmeer en in
Slootdorp georganiseerd.
Bij 130 personen zijn grammofoonopnamen
gemaakt. Ook werd een wasafdruk van het ge
hemelte gemaakt, omdat men er rekening mee
hield dat uitspraakverschillen herleid konden
worden tot een verschil in de bouw van het
spraakorgaan. Ook de beweging van de mond
werd vastgelegd op foto's. Op een van de foto's
is de jonge Sicco Mansholt nog te zien die in
datzelfde jaar gevraagd werd om minister te
worden. Kaiser wilde vanaf de komst van de ko
lonisten, hun taalontwikkeling beschrijven. En
het onderzoek na 50 jaar herhalen, om te zien
hoe de dialecten zich vermengd hadden.
In de jaren tachtig van de vorige eeuw werd het
onderzoek door de Utrechtse foneticus Bert
Schouten als project ingediend bij de Stichting
Taalwetenschap. Harrie Scholtmeijer deed het
onderzoek in 1987 en '88 onder de bevolking
van de Wieringermeer. Hij analyseerde de op
names en kwam tot de conclusie dat bij oude
ren nog volop dialect te horen was of een door
dialect gekleurd Nederlands. Bij de jongeren is
dan toch nog iets van een accent te horen. Een
Noord-Hollands accent, maar geen West-Fries.
Harrie Scholtmeijer (l) en Rein
Kooien (r)