Straatnamenrubriek
ddn
Historisch Genootschap
Wieringermeer
Lenie Visser-Geers
Het Nederlandsch Tijdschrift voor Geneeskunde van 2 februari 1929 vermeldt:
'De twaalfde provincie van ons land is het eiland, gemaakt op het Kornwerderzand, 4 Km
uit de Friesche kust. Sinds begin maart van het vorige jaar is het eiland bewoonbaar en
bestaat een voorloopige verbinding met den vasten wal. In een korte spanne tijds is er een
ziekenhuisje verrezen, waarover de arts A.P. Hoogkamer een en ander meedeelt.'
Het Tijdschrift vervolgt: 'Er is een eigen apo
theek; de policliniek verheugt zich in een re
gelmatig bezoek. Van opneming is nog slechts
een enkele maal gebruik gemaakt, er worden
alleen maar patiënten verpleegd voor wie geen
operatieve hulp nodig is en zwangere vrouwen,
wier verlossing in eigen omgeving bijv. op
schepen, te veel bezwaren of verhoogde kans
op infectie geven zou. Daar de praktijk hoofd
zakelijk kleinere en grotere ongevallen oplevert
is de verbandkamer goed uitgerust. De meeste
ongevallen zijn grootendeels te wijten aan
onvoorzichtigheid, terwijl ook de alcohol groote
beteekenis heeft, gezien het feit, dat vooral
's Maandags en na regendagen, waarop aan de
Zuiderzeewerken niet gearbeid wordt, gewoon
lijk de ernstigste ongelukken voorkomen. De
barak ligt in het centrum der behuizing, in de
onmiddellijke nabijheid der haven, zoodat ook
schippers haar gemakkelijk kunnen vinden.
In het ziekenzaaltje kunnen vijf patienten
opgenomen worden.'
Telefoon was er nog niet en een ziekenhuis was
ook al niet binnen bereik, dus moest dokter
Hoogkamer regelmatig zelf oplossingen zoe
ken. Zo moest hij wel eens naar een ander
werkeiland. Het was een hachelijke onder
neming als hij bij ruwe zee de sprong moest
maken van de wal naar het schip en terug.
Dokter Hoogkamer paste bij de mentaliteit van
de dijkwerkers en hij was recht voor z'n raap.
Hij werd bijgestaan door zijn vrouw die apothe
kersassistente was, maar die ook allerlei andere
werkzaamheden verrichtte. Als de dokter naar
zieken aan boord van een schip of naar een
ander werkeiland was, moest mevrouw
Hoogkamer zelf de beslissingen nemen.
In 1932 vestigde dokter Hoogkamer zich in
Slootdorp. Hij was de enige arts in de polder.
Wegen waren er nauwelijks, vaak was er niet
meer dan een schelpenpad. De beste manier om
de grote afstanden af te leggen was te paard, dus
ging de dokter met paard en koetsje naar zijn
patiënten. Kwam hij naast het pad terecht, dan
zakte het koetsje al gauw tot de assen in de
drassige bodem. Er waren ook nog weinig brug
gen, om een kanaal over te steken moest hij
zich met een pontje naar de overkant trekken.
23ste jaargang 2015/2, nummer 71