Verzuiling in de polder
probleem. Dat kan niet, dat mag niet.
Dat is op dat moment onze wereld.
Opgroeien gaat vanzelf. De wereld wordt
alle dagen groter en langzamerhand
worden de grenzen van je eigen groep
obstakels. Die grenzen zijn de muren
om jouw wereld. Over die muren ga je
heen kijken en de scheidslijnen gaan
vragen oproepen. Veel vragen. Uit de
antwoorden leer je langzamerhand dat er
in de wereld nogal verschillend gedacht
wordt over de ideeën van je ouders, over
de stellingen van de dominee of pastoor,
over de politieke beslissingen en over
het onderwijs. Kortom, je komt te weten
dat je ook anders kunt denken en dat er
andersdenkenden zijn. Daar valt mee te
leven en het is geen probleem, zolang je
de anderen mijdt. De beslotenheid van je
eigen groep voelt als een warme deken.
In de groep voel je je sterk, stevig veran
kerd. Bovendien is er niets mis mee om
je eigen identiteit te willen behouden.
Later ga je vraagtekens plaatsen bij
de manier waarop je je afzondert van
de grote samenleving. Dan ga je die
afzondering beklemmend vinden. Kan
het niet anders? De vraag ontstaat: Wat
weegt zwaarder, de zorg om iets van je
identiteit prijs te geven, of het voordeel
van een vrijere samenleving? Je gaat op
zoek naar het antwoord op die vraag.
Je luistert minder naar je ouders, de
geestelijk leiders verliezen invloed, de
invloed via de media groeit waardoor de
anderen beter zichtbaar worden. Met
behoud van identiteit toch middenin
de samenleving staan, dat is het ideaal.
Daar wil je naar toe.
Vanaf de jaren zestig brokkelen de
zuilen langzaam af. Inmiddels zijn de
meeste 'alles-in-drievoud' instituten van
de verzuilde samenleving verdwenen.
De verschillende identiteiten en het
andersdenken zijn gelukkig gebleven.
Net als de vele kerktorens
Kerken in de Wieringermeer, 2015
Foto's Rien Hoekenga
23ste jaargang 2015/2, nummer 71