Verenigingsleven in
de polder
Historisch Genootschap
Wieringermeer
Rita Smit
Op 17 april van dit jaar werd de Cultuurschuur officieel geopend. Dit prachtige gebouw,
het voormalige gemeentehuis, biedt onderdak aan vele verenigingen. Een bloeiend vereni
gingsleven zit Wieringermeerders misschien wel in het bloed. Al in de jaren dertig, vrij snel
nadat de Wieringermeer was drooggelegd, werd gesproken van de 'Wieringermeerziekte'.
Daarmee werd bedoeld dat verenigingen als
paddenstoelen uit de grond schoten.
'Toen de Meer twee maanden droog was, telden
wij trots doch niet zonder enige beklemming
reeds dertig verenigingen in het nieuwe land,
onder amper evenveel inwoners.' Dit zei de
voorzitter van de Oranjevereniging Wieringer
meer bij de oprichting ervan. Althans, volgens
Mr. A.F. Kamp in Zuiderzeeland uit 1935.
Wanneer het in latere publicaties over het
verenigingsleven in de Wieringermeer gaat,
wordt deze uitspraak regelmatig aangehaald.
Hoewel die wel met een korreltje zout moet
worden genomen. Het is immers onwaarschijn
lijk dat er twee maanden na de drooglegging
(eind 1930!) al dertig verenigingen zijn. Terwijl de
polder dan nog geen 500 inwoners telt.
Dat die dertig verenigingen er in 1934 wél zijn,
het jaar waarin de voorzitter zijn uitspraak
Uitstapje Oranjewoud 1939 van de gereformeerde meisjesvereniging "Kleine kracht"en knapenvereniging.
23ste jaargang 2015/2, nummer 71