Het was bij
de boerderij een
treurig gezicht
ongeveer drie
meter water
Brief over de inundatie aan pastoor Braak
dwingen de boerderij te verlaten. Een
merkwaardig verschijnsel was het, de
leege petroleumtanken zoo maar uit
den grond te zien komen; we hadden
er één waar tienduizend liter in kon
en toen de kanalen nog niet eens vol
waren, kwam hij den grond uitzetten.
Bij de familie Groot waren we hartelijk
welkom en werd alles gedaan om den
moed er in te houden. Toch was het wat
voor de familie om ons er bij te nemen;
de familie bestaat uit elf personen, dan de
acht menschen uit de stad en dan kwa
men wij daarbij met elf personen, dat was
totaal dertig menschen. De drie arbeiders
zijn na eenigen tijd vertrokken, maar we
zijn toch geruimen tijd met 27 perso
nen daar gehuisvest
geweest. Het gaf wel
eens bezwaren als
je klompen noodig
had en ze uit zestig
stuks moest zoeken
en dan weten we dat
wel met jongelui,
die zoeken niet zoo
lang en trekken maar
aan wat hun het beste past. Toch is daar
geen klompenoorlog van gekomen en
is daar alles rustig verloopen. Van deze
plaats wil ik de familie Groot hulde en
dank brengen voor de gastvrije
ontvangst en groote hulpvaardig
heid aan ons betoond.
Zoo mooi als het weer was in
het begin van die noodlottige
week, zooveel slechter was het
eind. Reeds Zaterdag begonnen
de eerste huizen in te storten en
voltrok zich het noodlot aan de
Wieringermeer. De week daarop
zijn we vanuit Medemblik met
een schuit naar de boerderij
geweest. Het was bij de boerderij
een treurig gezicht, ongeveer
drie meter water. We kwamen
door een dakraam de schuur binnen,
daar stond het water reeds op zolder en
was een partij karwijzaad nat gewor
den. In de schuur dreef zoo van alles
rond, aardappelkisten, mestplanken,
voerkisten en alles wat maar drijven
kon. In het woonhuis was de toestand
gunstiger, op de zolderkamers was nog
geen water geweest en hebben we nog
vloerkleeden en zeil opgenomen. Ook
hadden we gelegenheid de waschtafels
en lampen los te schroeven.
Inmiddels kwam eindelijk de zoo vurig
verlangde vrede. Bij al de feestvreugde in
den lande konden wij, Wieringermeer-
bewoners, ons niet zoo goed aanpas
sen, er was voor kort zooveel gebeurd
en dikwijls werd de
bittere opmerking
gemaakt, dat dit alles
zoo kort voor den
vrede had moeten
gebeuren. Toch was
vijf Mei ook voor ons
een reden tot vreug
de, immers van dien
datum af kon weer
gedacht worden aan den herbouw van
de Wieringermeer. Een eerste symbool
was ook het verschijnen van 'Herrijzend
Wieringermeeriand', dat vier Mei voor
De Prins
Bernhardhoeve
onder water
23ste jaargang 2015/1, nummer 70