Brief over de inundatie aan pastoor Braak wisten ze niet goed hoe te handelen. Ik heb er bij gestaan, dat na die gerust stelling die mantel en dat pak weer van den wagen moest en dat men twijfelde of men wel door zou gaan. Thuis gin gen we door met inpakken en opladen van huisraad en hoopten dat al ons werk voor niets zou zijn. Zoo ongeveer kwart voor acht ging van ons den eersten wagen met huisraad naar onbekende bestemming, rich ting Hoogwoud naar de familie Groot. Kwart over twaalf een paar scherpe knallen en dat moet het opblazen van den dijk geweest zijn. Onze buurman J. de Jong, was nog in het bezit van telefoon en ik ging daar om inlichtin gen. Hij kon niet veel mededeelen, maar zou trachten eenige berichten te krijgen. Later kwam hij met het bericht dat men den dijk had opgeblazen, maar het water wilde niet komen. Toch gingen we door met inpakken en laden met nog steeds een kleine hoop, dat het voor niets zou zijn. Om kwart voor twee Woensdag gingen de laatste wagens van het erf; 't was hard noodig, want het water golfde overal heen. Tusschen de Prins Bern- hardhoeve en buurman J. de Jong kwam het water al op den weg. Het meeste huisraad was gered, een partij zaad en enkele machines lieten we achter. Verderop stonden de buren nog rustig te praten en was van het water nog niets te zien. We hebben ze nog gewaarschuwd, dat ze voort moesten maken en dat het water al gauw zou Een deel van de originele Parochiebrief Zeereerw. lieer Pastoor. Hoogwoud, 5 December 10-15. Wat zijn we toch ondankbaar, nu hebben we reeds twaalf brieven van U ontvangen en nog nimmer hebben we U iets van ons laten hooren, het is eigenlyk niet zooals het behoort. We hebben echt ge noten van Uw brieven en als we weer een brief hadden ontvangen, hoopten we alweer spoedig de volgende tc zien verschynen. Om fa miliebrieven te ontvangen is ook wel prettig, maar je bent dan wel verplicht om zoo spoedig mogelijk wat van je tv laten hooren om in do goede verstandhouding te blijven en nu lieten we onzen Pastoor maar schrijven tot eindelijk in den laatsten brief een kleine vinger wijzing. ook iets te laten weten hoe het ons in het laatste half jaar was gegaan. Meteen een mooie gelegenheid om Drec B. tc laten weten, dat we met spanning zitten te wachten op het vervolg van zijn dagboek, het water staai nog steeds dertien c.M, onder dc tiende trede en we ver moeden dat het toch wel hoogcr gekomen is, vooral zijn we nieuws gierig naar de laatste dagen op de pastorie, toen er van die vreemde geruchten gingen, Het was voor alle parochianen een heuglijk nieuws to vernemen dat onze pastoor 25 April opgeruimd en in goeden wel stand te Medomblïk aan wal was geslapt. Vanzelf gaan onze gedachten weer terug naar dien noodlottïgen zeventienden April, Reeds lang wan non evocijatie van de Wieringer- meer voorbereid, maar niemand geloofde aan dc werkelijkheid ervan, later torn men in den dijk gaten begon te graven om daar dynamiet in te plaatsen, begon het. bij enkeier. door te dringen, dat het wol eens ernst kon worden. Toch geloofden we er weinig van, dat onze moo5e polder hot lot zou ondergaan om onder water gezet te worden, maar het is erger geworden dan de grootste pessimisten hadden ge dacht. Maar laten we beginnen met dien morgen van 17 April, Het was een stralende morgen, er stond ons een prachtiger dag te wachten de gewassen waren zeer voorlijk en alles stond er prachtig bij, alles was alweer gezaaid en gepoot, 's Morgens ze» uur kwam er bericht, onmiddellijke evacuatie van dc Wieringermeer, Zelf had ik voor een groep tc zorgen, zoodat ik direct op stap ging om verder te waar schuwen. Thuis begonnen ze onmiddellijk tc laden, Dat was een con sternatie, maar niemand geloofde dat het ernst was. Nadat de groep gewaarschuwd was, begaf ik me naar den wijkcommandant, die den raad gaf, rustig aan te doen. hij meende dat er nict3 van zou komen, het bevel tot opblazen van den dijk wag nog niet gegeven en anders zou de nndorgrondsche wel in actie komen. Nu, tlïe is later in actie gekomen, maar dat was om drank en sigaren bij enkele Wieringer- meerboeren, Jammer dat dit is gebeurd, Voor dien tijd was wel nuttig en gevaarlijk werk verricht, in verband met de bonnen voor ziening voor de vele onderduikers in den polder en nog zooveel ander levensgevaarlijk werk buiten den polder. Achteraf bekeken mag Noord hol land dankbaar zijn, dat de ondergt-ondsche niet heeft inge grepen. Nu ging alleen de Wieringermcer verloren en bleef het overige gedeelte van onze provincie gespaard. Daarna ben ik nog weer langs onze groep gegaan om de roenschen zooveel mogelijk gerust te stel len. Dit gerust stellen had beter achterwege kunnen blijver., dan was waarschijn ijk meer gered geworden en nu wisten zc niet goed hoe te handelen. Ik heb er bij gestaan, dat na die geruststelling die man tel en dat pak weer van den wagen moest en dat men twijfelde of men wel door zou gaan. Thuis gingen we door met inpakken en op laden van huisraad en hoopten dat al ons werk voor niets zou zijn. De zwaarste stukken werden voorloopig naar boven gebracht, oxn zc den volgenden dag weer naar beneden te sjouwen en buiten den polder te brengen. Zoo ongeveer kwart voor acht ging van ons den eersten wagen met huisraad naar onbekende bestemming, richting Hoogwoud Nu hadden we den afgeioopen winter kennis gekregen aan de Familie Groot en was Bep vooruit gegaan om te vragen of we daar voor loopig onder dak mochten. Nu we waren van harte welkom, niette genstaande reeds acht hongerige stedelingen daar eon toevlucht had den gevonden, De koeien gingen juist dien dag van sta] en daarna zoo vlug mogelijk aan het stal bounon. Do stel heeft dit voorjaar niet lang onbewoond geweest, Een dag later waren wy daar gehuis vest en dat was een heele verandering, zoo uit die mooie huizen van de Wioringermcer en dar. in den koestal. 's Zomers woonde het gezin van Groot op het stalletje en dat kregen wij ter beschikking. Nu dat is ten heel mooi kamertje, het werd vlug nog wat behangen en de muur gesaust en daar hebben wc ruim vyf maanden gewoond. Met het Iaden werd inmiddels doorgegaan, in de schuur was nog een partij kariyyzaad en haver, dat werd ook nog naar boven gebracht- Zoo nu en dan ging ik om inlichtingen by onzen wijkcommandant en steeds maar geruststellende berichten. Kwart over twaalf een paar scherpe knallpn en dat moet het opblazen van den dijk geweest zijn. Onze buurman J. de Jong, was nog in het bezit van telefoon en ging ik daar om inlichtingen. Hij kon niet veel mededeeien, maar zou trachten eenigc berichten te krijgen, Later kwam hij met het bericht dat men den dijk had opgeblazen, maar het water wilde niet komen- Toch gingen we door met inpakken en laden mef nog steeds een kleine hoop, dat het voor niets zou zjjij. Not; den zelfden middag vertrok hei grootste gedeelte van ons ge zin naar Hoogwoud, met ons drieën bleven we achter en ook nog drie arbeiders in de schuur, Fr was dien dag hard gewerkt en alle arbei ders hadden ruim hun plicht gedaan. T Avonds acht uur kregen we negen Duitschers op bezoek, hun bedoeling zal wel roof geweest zijn, ze kunden niet begrijpen, dot we nog niet weg waren. Wu waren niets gerust met die hoeren, We hadden benzine en gasolie opgegraven en dat waren van die verboden artikelen waar jo nogal eens last mee kon hebben ais ze zooiets ontdeklen. Gelukkig hadden ze ergens anders lucht van gekregen. Al het brood was mee naar Hoogwoud en daarom had Jo pannekoeken gebakken en loen hebben die hoeren niet gevraagd of we ook nog eten moesten, maar dc parmekoeken naar binnen gewerkt. Een kistje appelen konden ze er ook nog bij gebruiken en toen dropen ze af. Wy allang blij dat het zoo afliep. Nadien ben ik nog om inlichtingen geweest, hel was wel reeds verboden tijd, maar om zoo den nacht in tc gaan, daar vociden we 23ste jaargang 2015/1, nummer 70

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2015 | | pagina 31