Brief over de inundatie
aan pastoor Braak
Historisch Genootschap
Wieringermeer
H.J. Meijer/bewerkt door Rein Kooien
Na de inundatie woonde de Wieringermeerbevolking her en der verspreid. De uitgeweken
rooms-katholieken werden met de Parochiebrief op de hoogte gesteld van het reilen en zeilen
binnen hun kerkelijke gemeente. De brief
bestond uit een aantal getypte velletjes.
Op 5 december 1945 schreef H.J. Meijer
een brief aan pastoor Braak die werd
afgedrukt in Parochiebrief nummer 14,
van januari 1946.
Een verkorte weergave.
Zeereerwaarde Heer Pastoor.
Vanzelf gaan onze gedachten weer terug naar
dien noodlottigen zeventienden April. Reeds
lang was een evacuatie van de Wieringermeer
voorbereid, maar niemand geloofde aan de
werkelijkheid ervan, later toen men in den dijk
gaten begon te graven om daar dynamiet in te
plaatsen, begon het bij enkelen door te drin
gen, dat het weleens ernst kon worden. Toch
geloofden we er weinig van, dat onze mooie
polder het lot zou ondergaan om onder water
gezet te worden, maar het is erger geworden
dan de grootste pessimisten hadden gedacht.
Maar laten we beginnen met dien morgen van
17 April. Het was een stralende morgen, er
stond ons een prachtigen dag te wachten, de
gewassen waren zeer voorlijk en alles stond
er prachtig bij. 's Morgens zes uur kwam er
bericht, onmiddellijke evacuatie van de Wierin-
germeer. Zelf had ik voor een groep te zorgen,
zoodat ik direct op stap ging om verder te
waarschuwen.
Thuis begonnen ze onmiddellijk te laden. Dat
was een consternatie, maar niemand geloofde
dat het ernst was. Nadat de groep gewaar
schuwd was, begaf ik mij naar den wijkcom-
mandant, die den raad gaf, rustig aan te doen,
hij meende dat er niets van zou komen, het
bevel tot op
blazen van den
dijk was nog
niet gegeven.
Daarna ben ik
nog weer langs
onze groep
gegaan om
de menschen
zooveel mogelijk
gerust te stellen.
Dit geruststellen
had beter ach
terwege kunnen
blijven, dan was
waarschijnlijk
meer gered
geworden en nu h.J. Meijer
23ste jaargang 2015/1, nummer 70