17 april 1945
Op deze prachtige voorjaarsdagom 12.15 uurbrachten de Duitse bezetters de
IJsselmeerdijk tot ontploffing. In de maanden ervoor hadden ze, op twee plaatsen in de
dijk, gaten laten graven en daarin dynamiet aangebracht.
Binnen 48 uur stond de polder onder water. De meeste bewoners trokken de polder uit,
enkelen zochten hun toevlucht in het Domeinkantoor of op De Terp.
De Kroniek verzamelde enkele herinneringen:
Vader Smid bleef tot het laatst op de boerderij. Hij sliep op zolder tot het water vlak onder hem
tegen het plafond klotste. Met een scheepshoorn riep hij op zondagmorgen vanuit het raam om
hulp. Hij werd met een roeiboot uit huis gehaald.'
Mijn moeder had alle kasten boven vol gestopt met spullen, op slot gedaan en de sleutels
ingepakt. Toen we terugkwamen was het huis weg.
Voor ze vluchten wil vader ook nog de koffiemolen van de wand halen. Maar moeder vindt dat
die moet blijven hangen: Weghalen geeft zulke lelijke gaten in de muur.'
Mijn ouders laadden zoveel mogelijk huisraad op twee platte wagens. Wij, de vier kleine
kinderen zaten veilig in een ledikant op de wagen; de kip zat met haar pullen in de wasmachine.
De koe moest zelf lopen.
23ste jaargang 2015/1, nummer 70