Toelichting bij agendapunt 11, jaarvergadering 24 februari 2015
Taalonderzoek in de Wieringermeer
In de jaren 1987 en 1988 ging ik wekelijks van Utrecht naar de Wieringermeer om
bandopnamen te maken voor het project 'Dialectvermenging in de IJsselmeerpolders'.
In de jaren dertig was er al eens een groot taalonderzoek in deze polder geweest.
De onderzoekster van toen, dr. Louise Kaiser, had bij de start daarvan opgemerkt dat
we, om een goed beeld te krijgen van de taalontwikkeling in de polder, niet alleen de
taal van de begintijd moesten vastleggen, maar ook de taal van na de kolonisatie. In
de jaren tachtig was dat moment aangebroken, niet alleen in de Wieringermeer, maar
ook in de Noordoostpolder en de Flevopolder. Vergelijking van de taal in die polders
met de taal in de Wieringermeer liet zien dat deze polder sterk onder invloed van
Noord-Holland had gestaan: er werd weliswaar geen Westfries dialect gesproken,
maar het Noordhollandse accent was inmiddels ook te horen bij hen die ouders uit
Brabant of Drenthe hadden.
Op de jaarvergadering kijk ik terug op de gesprekken die ik destijds met 79
Wieringermeerders heb gevoerd, en op de uitkomsten die de analyse van de
taalopnames lieten zien.
Harrie Scholtmeijer
Uitnodigingjaarvergadering
ZUll IKRZEEWFJÏ K EN.
3. Samenstelling naar herkomst.
(Voorlaatste ivoonplaatn)
1 Juli 1934.
Aantal.
12
Groningen
43
Friesland
53
15
Drenthe
13
4
Overijsel
8
O
Gelderland
10
3
Utrecht
1
0,5
X oordholland
129
37
Zuidholland
23
G
Zeeland
38
11
Noordbrabant
33
9
Lfmburg
2
0,5
353
22ste jaargang 2014/3, nummer 69