kunnen zitten, dat had ik lichamelijk wel volgehouden. Maar ik vond het na acht jaar welletjes. Natuurlijk kun je niet alles berei ken wat je bereiken wilt. Dat kun je nooit. Het is altijd één groot compromis en je hebt met veel dingen rekening te houden, met wensen en meningen van anderen. Daaruit moet je het goede putten. Je kunt misschien wel eens lelijk tegen elkaar doen, maar na af loop samen een biertje drinken. Dan meed je niemand, echt niet. En ik hoop dat het nog zo is. Ieder heeft zijn ei gen overwegingen en standpunten.' Gas Voor het gas heb ik me stevig druk gemaakt - en dat is me dus volledig gelukt. Ik ben daar een aantal keren zeer kwaad over geweest. Ik werd eens gevraagd door Radio Noord-Holland om aan tafel te gaan zitten met de toen malige burgemeester, Knorr. Deze had een betaalde functie in de gas-top en in dat ge sprek moest hij verdedigen waarom grote delen van de Wieringermeer nog verstoken waren van gas. Ze vroegen mij om daarvan de andere kant te belichten. Toen ik in de gaten kreeg dat ik als tegenspeler de burge meester kreeg, heb ik ervoor gepast. Ik zei: ik ga niet met mijn eigen burgemeester in debat over het al of niet verkrijgen van gas. Ik zeg: daar pas ik voor. Toen hebben ze ons toch bij elkaar gebracht en heb ik gezegd dat het eigenlijk van de zotte is dat er zoveel gaspijpen door het land lopen, maar dat de mensen door wier land die pijpen lopen, geeneens gas hebben. Ik zeg het is je reinste kolder. We zijn ook naar Alkmaar geweest en daar hebben we er ook voor gevochten. Ik denk dat ze het op een gegeven moment zat werden, die potentrapperij van Van Oer- sie. Die nam elke gelegenheid te baat. Wan neer het zijdelings ter sprake kwam, in een raadsvoorstel of weet ik wat, dan dacht ik: dit is weer je leans Ad. Al vonden ze het niet terzake doende, steeds weer deed ik mijn verhaal. Uiteindelijk kwam er een bericht van de gastop uit Alkmaar dat ze binnen niet al te lange tijd, een schema erbij, dan daar en dan daar gaspijpen zouden leggen. Het is nog twee of drie jaar eerder gewor den dan de planning was. Al die bedrijven die dat gas zo hard nodig hebben, zijn er wel bijgevaren. Er is niemand die nog op iets anders stookt dan op gas. We hebben er zelf ook van geprofi teerd. Ik vind het prima als mensen zeggen: "Ga mijn huis maar voor bij met dat gas, want ik heb nog een bron, of nog een nieuwe olieka chel." Dat mag van mij allemaal, maar als zij zich later wel willen aansluiten, dan mogen ze van mij het tienvoudige betalen van toen ze het hadden kunnen krijgen. Ja, aan dat gas heb ik vreugde beleefd.' De ANBO Dat we hier kwamen wonen zat diezelfde dag mevrouw Westra bij mij in huis. Zij vond dat ik lid moest worden van de ANBO. Dat heb ik meteen gedaan, ook van de Oude Durpers. Van de Kroon waren we allang lid. Er werd gevraagd of ik in het ANBO-bestuur wilde. Nou, ik heb nog bijna nooit nee ge zegd. Op de jaarvergadering werd ik apart gehaald en zeiden ze dat ze me niet alleen in het bestuur wilden, maar ook als voorzit ter. "Je moet meteen beslissen." Ik zeg: ik ga het eerst even aan Gaatje vragen, maar die scheen al een beetje ingelicht te wezen of zo. Ze vond dat ik het maar moest doen. Dus heb ik ja gezegd, al kon ik er vanwege het be drijf niet alle dagen bij zijn. Maar het voor- Adjudant van Oers spreekt het volk toe q8o) 39 22ste jaargang 2014/2, nummer 68

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2014 | | pagina 41