Piet Haakman (staats-)boerde in de Wieringermeer Of hij de oudste nog in leven zijnde staatshoer is weet hij niet, maar het zou kunnen. Hij werd in 1923 geboren en behoort dus niet meer tot dejongsten. Boeren doet hij al lang niet meer. De vijfjaar dat hij staatshoer was in de Wieringermeer, was slechts een korte episode in het leven van Piet Haakman en zijn vrouw. De wieg van Piet Haakman stond in Wognum, waar zijn vader werkzaam was in de grove groenteteelt. Na zijn schooltijd gaat Piet ook bij een tuinder werken. Hij krijgt verkering met een meisje uit Spierdijk en in 1948 wordt er getrouwd. Vanwege de wo ningnood is de behuizing niet riant te noe men: achterin een stolpboerderij een kamer en een uitbouw die als keuken fungeert. Geen riool en geen waterleiding. Haakman richt de blik over de Wierin- germeerdijlc en solliciteert naar een baan als boerenarbeider. Dat heeft succes want Oude Maatman van de Wierweg wil hem graag hebben. Me vrouw Haakman weet het nog precies: 'We gingen 2 december 1949 over. Wat waren we blij! Een heel huis aan de Wierweg 35, met alles erop en er aan.' Ruimte genoeg voor een gezin. En dat wordt gevormd. Veertien dagen na de verhuizing bijt zoon Jan de spits af. In 1950 volgt Henk, in 1956 Afra en in 1967 José. Bij Oude Maatman op het bedrijf is Haakman van alle mark ten thuis. Maar zijn grootste verantwoor delijkheid is de pootaardappelteelt. Ook de selectie is zijn werk. Oude Maatman heeft een staatsbedrijf en is dus staatsboer. Dat wil zeggen dat er regelmatig iemand van Domeinen komt kijken. Haakman: 'Waar schijnlijk ben ik daar opgevallen, want op een goed moment ben ik uitgenodigd om naar het kantoor in Wieringerwerf te komen. En daar werd me een bedrijf aan de Oom Keesweg aangeboden. Momen teel woont daar de familie Roza. Ik heb het aanbod aangenomen en zo werd ik in 1959 ook staatsboer'. Leven als een staatsboer Dat was een hele verandering voor de familie. Ook sociaal. Mevrouw Haakman lean zich nog herinneren dat er een tijd was dat zij als eerste in de buurt een televisie hadden. Natuurlijk wilden er op de woens dagmiddag veel kinde ren komen kijken. Dat gebeurde ook, maar er waren ook kinderen die niet mochten, om dat de Haakmannen 'arbeiders' waren. Tij dens een bijeenkomst van staatsboeren, geor ganiseerd door Domei nen zat daar toevallig ook een boerin wier kinderen niet moch ten komen kijken. 'Dus was er als staatsboeren onder elkaar toch nog standsverschil,'zegt mevrouw Haakman. 'Voor boeren met een groter bedrijf telden wij kleintjes niet erg mee.' Terwijl er van iedere bedrijfsboer het zelfde verlangd werd: fungeren als een soort voorbeeldbedrijf voor de staat. Dat gaf voor- én nadelen. Je had een vast inkomen, plus tien procent van de bedrijfswinst. Maar op een bedrijf aan de Oom Keesweg van tien bunder viel er niet veel winst te halen. Sterker nog: daar kwam Piet Haakman met het melkmachientje 22ste jaargang 2014/2, nummer 68 29

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2014 | | pagina 31