De gebroeders Juurlink uit Slootdorp weten
hier veel over te vertellen. Weliswaar geen
Westfriese tuindersfamilie, nee, vader Juur
link komt uit Overijssel en wel van een zeer
bekende plek. De voorouderlijke boerderij
is veranderd in Ponypark Slagharen. Maar
de familie Juurlink was niet bang voor iets
nieuws. Daarom begon vader vrij snel na de
oorlog met de teelt van tulpen en gladiolen.
Hij was enthousiast gemaakt op avondjes bij
zijn schoonzuster en zwager in de Anna Pau-
lowna Polder. Via via kwam hij in aanraking
met een broeier in Roelofarendsveen die bol
len nodig had. Voor hem heeft hij enige jaren
op contract geteeld. Maar nu nog een ver
gunning. Daarvoor moest eerst een cursus
gevolgd worden, want zonder dat was een
vergunning niet te krijgen. Het kwam voor
elkaar. In 1950 ging hij van start met 400 rr2
tulpen. Gewend als ze waren aan de nauw
keurige en intensieve teelt van pootaardap-
pelen durfden ze de uitdaging wel aan, want
bollen telen betekende veel handwerk en
bracht brood op de plank. De broers Bertus
en Frans weten er nog alles van. Er werd ge
bruik gemaakt van de "gouden ploeg", een
groep medewerkers uit West-Friesland die
dagelijks in de door Juurlink beschikbaar ge
stelde auto heen en weer pendelden. Er was
veel te doen: planten, onkruidvrij houden,
ziekzoeken, koppen, in droge tijden berege
nen en in het allereerste begin met de hand
rooien. Daarvoor had je een soort brede hak.
Frans weet het nog goed: "Een steek van vo
ren, een steekvan achteren, een steek in het
midden en dan de bollen lichten en in de bak
wippen die je voor je had". Was de bak vol,
dan het zand er zoveel mogelijk uitschudden
en de bollen in de zak storten. Op het erf en
in de gebouwen vond de verdere verwerking
plaats. Later werd er ook uitgeploegd, eerst
met paard en balans ploeg, daarna met de
Holder-tractor, waarbij de man die vroeger
achter paard en ploeg liep nu achter de Hol
der liep om te sturen en weer later met de
"Boheemen"-ploeg. Deze ploeg is ontstaan
in de werkplaats van Smid Paul van Bohee-
men in Slootdorp en paste achter de tractor.
In de bollenteelt nam de tulp een prominen
te plek in. Er zijn/waren enkele bedrijven
die bunders gladiolen teelden. Enkele Wie-
ringermeerboeren zijn grote lelie
telers geworden, zoals Datema de
Lange en Bisschoff Tulleken. Deze
laatste heeft zich gespecialiseerd
in het kweken van nieuwe rassen en
is hiermee van landelijke betekenis
geweest. Bij gebrek aan een opvol
ger is het bedrijf inmiddels verkocht
naar "De Zuid". "De Zuid" is het
traditionele bollengebied langs de
kust tussen Haarlem en Wassenaar.
Hier komen de meeste bollentelers
uit Anna Paulowna/Breezand van
daan. In de Wieringermeer zijn deze
families niet als pionier gekomen
en waren het de Westfriezen dus die het
voortouw namen.
Gladiolen telen is een verhaal apart. In het
verleden kon je maar eenmaal gladiolen te
len op een stuk land vanwege een besmet
ting met een speciale ziekte van de knol.(een
gladiool heeft nu eenmaal geen bol). Moder
ne gewasbeschermingsmiddelen hebben
het mogelijk gemaakt, deze op te nemen
in een gewoon bouwplan. Momenteel kent
de Wieringermeer nog maar een bedrijf, de
gebr. Ruiter, waar de gladiolen een belangrij
ke rol spelen. Hier wordt ook veel aandacht
besteed aan de ontwikkeling van nieuwe
rassen. Toch zie je niet zo heel veel gladiolen
meer in de polder. De familie Juurlink heeft
42
Kroniek no. 67, 22" jaargang, 2014/1