Maar in ieder geval gingen die ontwikkelin
gen ook door. We gingen er blinkertjes op
bouwen en ik kwam hiervoor toen ook weer
bij dezelfde boer.
Komt die ouwe baas er ook weer bij. Ik zeg:
"Wat denk je er van?". Zijn antwoord was:
"We hadden hem twintig jaar eerder moeten
hebben!" Als je dan nu die grote fabrieken
over het land ziet rijden denk ik wel eens,
wat een ontwikkeling en dat heb ik allemaal
meegemaakt!
Denk erom, wij kunnen meestentijds een
fout herstellen....
Hoekenga had het importeurschap van de
Volvo bietenrooier. Dat was een zesrijige rooi
er met een 1400 Volkswagenmotortje erop.
Gewoon een benzinemotortje, later niet,
maar die eerste werd door een Volkswagen
motortje aangedreven en dat ging geweldig,
heel best en dat trok ook alles. Alleen zat er
een tandwielbak tussen de motor en de aan
drijfas. Dat moest, want die motor die draait
hard en de aandrijfas moest langzaam. Die
tandwielen daarin, die waren allemaal ge
klonken. Die tandwielkast ging om de zoveel
tijd kapot, dus je had een reservekastje in de
auto, zodat je kon uitwisselen om die andere
in de werkplaats weer opnieuw te klinken. En
zo heb ik die tijd meegemaakt.
Je liep ook regelmatig tegen dingen aan die
je nog nooit eerder gedaan had. Je moest
van alles zelf uitvinden. Er was niemand met
je mee die zei van dat moet je zo en zo doen.
Nou ja kijk, dat klinken was natuurlijk geen
probleem, want dat kon je nog van de oude
smidse van vroeger, maar er waren vele an
dere dingen. Je bepraatte onderling wel eens
met de andere jongens van, hoe zullen we
dat doen. Ik heb hier bij de firma Hoekenga
vooral van Piet en Gerard, de laatste die zat
eerst bij de werkploeg en die kwam later in
het magazijn, verschrikkelijk veel steun ge
had. Ik kon aan hen van alles vragen en dan
werd er nooit gezegd: "Wieger, dat is stom
van je." Piet die zei tegen mij en dat ver
geet ik nooit meer: "Denk erom, wij kunnen
meestentijds een fout herstellen, een dokter
niet!" Ik heb van hem heel veel steun gehad,
's Avonds kon ik altijd weer bij hem komen
met dit of dat, zus of zo. Dan vroeg ik hem
wel is van heb ik dat en dat goed gedaan?
Natuurlijk heb ik fouten gemaakt en ik kon
ze gelukkig herstellen en ik zal ook heus wel
eens fouten gemaakt hebben die ik niet kon
herstellen. Dan zei ik: "Ja, ik hoop niet dat
het mijn laatste fout is!"
Veiligheid en milieu
Ik ben daar zo'n kleine dertig jaar aan het
werk geweest en ik heb geweldig genoten.
We hadden een hele leuke ploeg met elkaar.
Alleen werd het op het laatst steeds moder
ner, steeds dit steeds dat, dus die dingen
kwamen veel completer bij de fabriek van
daan. De rooimachines werden veel groter,
de bietenrooier die raakte eruit, want dat
werd ook verbeterd, dat werden ook later
grote zelfrijdende fabrieken.
In die begintijd moest je veel meer zelf uit
vinden. Het kwam veel meer op je eigen aan,
zus of zo. En, dan zei je wel eens van ja ik
doe het zo, maar later bleek het dat je het
beter andersom had kunnen doen. De vol
gende keer dan probeerde je dat ook weer.
Je hebt nu natuurlijk een heleboel met mili
euregels te maken, toen was dat nog niet zo.
Als je bijvoorbeeld aan machines werkte,
neem bijvoorbeeld de sproeimachines, dan
werd er niet gedacht, jongens, zus of zo. Ik
wil niet zeggen dat wat toen gebeurde goed
was hoor. Als ik er aan denk hoe wij onze
handen wasten in vloeibare DDT, want we
hadden ontdekt dat de troep aan onze han
den er dan afwilde. En dan even afspoelen,
nou dan waren de handen weer schoon. Dat
was in de zestiger jaren, toen waren zulk
soort dingen heel gewoon. En neem dan
parathion enz. alles werd zo gebruikt. De
boeren allemaal met die kleine trekkertjes
(C-tjes) met die tankjes er op, dan zat alles
verstopt en zo werd je overal voor geroepen.
Je probeerde dat op te lossen en volgens
mij is het altijd goed gelukt. Ik heb er verder
niets van overgehouden.
-
Kroniek no. 67, 22' jaargang, 2014/1