Het echtpaar Boonstra op weg naar de afscheidsparty had en vooral in de zware klei versleten de snaren binnen de kortste tijd. Je verving ze dan en je hing er al direct een paar nieuwe bij. Die hele combinatie is zo gebleven en de firma had er octrooi op. Het octrooi is verkocht aan "de Lely" en het werd later "de Lely Rotoreg". Toen hebben we daar een afslagapparaat voor ontwikkeld. Nou, je moet niet vragen hoe groot dat in die tijd allemaal nog was: het was een hele grote bak met een afslagmagneet en alles er in, maar het werkte in ieder geval. Dat werd ook steeds verbeterd. We hadden daarvoor een soort klep in de sorteer- machine en als die vol was, dan drukte die bak hem aan en die kwam dan tegen een schake laar aan en dat ging dan weer via een magneet schakelaar in een kast. Daar moest je er ook twee of drie van in de auto hebben, want ze werden niet alleen in de Wieringermeer gebruikt. Het gebied werd steeds groter. Ik kreeg op het laatst Anna Paulowna, Wieringerwaard, Beemster en Schermer erbij. Overal kwam je en daar reed ik dan met de bestelbus naar toe. Vervolgens begon de firma Hoekenga zelf een kantelaar voor kisten te ontwikkelen en te maken. Ook daar heb ik aan meegewerkt, 's Winters hadden we bij de ZWM, dat werd later Agrico, zes of zeven hele grote sorteer- machines in onderhoud. Ze waren met een hele ploeg van acht of negen man, die bij de boeren langs gingen. We werkten in die tijd in totaal met zo'n 25 man. In die tijd kwamen ook de sorteermachines erin. De firma kocht toen een klein opscheppertje dat op de markt kwam, het was een klein opvoertrans- porteurtje. Deze werden in Groningen ge maakt en toen kwamen er hier een heel stel tegelijk. Ik weet het nog best, toen kwamen er zo'n kleine dertig van die opscheppertjes van een auto af. Het was de bedoeling dat ze de piepers konden opscheppen naar de sorteermachines toe en dat ging best. Maar ja, als de bak vol was dan moest er weer iemand heen. In het begin van de zestiger tot zeventiger jaren begon de ontwikkeling van de aard appelrooiers. Er is hier verschrikkelijk veel ontwikkeld. De rooimachine kwam erbij, de pootmachines en de freesmachines, al die dingen die kwamen er toen bij. Er was bij Hoekenga ook een heel team aan technisch personeel die dat allemaal konden bereke nen. Zo hebben we daar veel mee samen gewerkt. Ik weet het bijvoorbeeld nog best, we hadden toen de Grimme aardappelrooier besteld, die bestaat nu nog, maar dit was de eerste; een klein machientje. Ja, dat was al een hele verbetering, want hij rooide en dan kon je het in een zak opvangen. Ik kwam toentertijd eens een keer bij een klant en zijn vader stond er ook bij. Ik zeg: "Wat denk je ervan?" Hij antwoordde: "Die jongens zijn gek. Ze halen de piepers door de combine heen! Dit kan nooit!" Kroniek no. 67, 22" jaargang, 2014/1 M

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2014 | | pagina 36