Achteraf vraag ik me af of we wel leeftocht
meegenomen hadden. En waar die dan
was, want voorin de Daf, tussen de knieën
van ons moeder, hing ook nog een kind dat
echt niet meer op de achterbank paste. Als
we op reis gingen hadden we altijd tassen
vol boterhammen met gebakken ei, koffie
en Joy mee. Misschien hadden we alleen het
snoeptrommeltje mee, omdat we pas na het
werk bij de koeien konden vertrekken en
de warme maaltijd van tussen de middag
al hadden gehad. Ik heb eigenlijk geen idee
hoelang we onderweg geweest zijn.
Na de stempel in Enkhuizen steeg de span
ning weer. Stil hielden we in de gaten wat
vader deed en keken een beetje angstig
naar buiten, want nu kwam het erop aan: we
gingen de grote vlakte op, richting Stavoren,
weg van de bescherming van de dijk.
ook de Wegenwacht paraat. Andere hulp
verlening kan ik me niet herinneren maar zal
ongetwijfeld aanwezig zijn geweest.
Vanwege slipgevaar mochten de auto's niet
harder rijden dan 40 km per uur, maar dat
werd niet gehaald, want we zaten in één lan
ge file. Na heel lange tijd en uren later door
oponthoud in de file, kwamen we bij Stavo
ren. We wisten dat we daar waren omdat de
weg gewezen werd met de vertrouwde blau
we ANWB-borden, wat we grappig vonden
maar ons ook de zekerheid gaf dat we op de
goede weg zaten. Na onze stempel konden
we verder naar Hindeloopen en Workum. Tot
onze schrik zagen we ineens een enorme
scheur die in onze beleving kilometers lang
dwars over het IJsselmeer trok, maar waar
geen spat water uit kwam, zo dik was het ijs.
Gelukkig lagen er planken over.
Alles ijs, géén land in zicht. We zagen grote
sneeuwheuvels. We zagen een geveegde
baan naast de onze. Daar werd geschaatst
en ook een paar van ons deden dat toen we
niet meer bang waren en alles heel gewoon
werd. Ondertussen reed vader langzaam
mee in de file.
Prachtige ijsbergen zagen we: schotsen die
op elkaar geschoven waren door de wind
en die met enorme punten scherp tegen de
lucht afstaken. We genoten met volle teu
gen. En tot onze verbazing kwamen we langs
een benzinepomp. In mijn herinnering was
Ondertussen raakten we uitgezeten en von
den het wel heel lang duren... De verveling
sloeg toe en de blazen raakten vol. Geen wc
in de buurt natuurlijk dus gingen we naast
elkaar, in de beschutting van de Daf, gaatjes
plassen in het ijs.
Ijs is ijs en na verloop van tijd is avontuur
geen avontuur meer. Opgelucht bereikten
we de Oude Zeug en begonnen aan de laat
ste etappe, naar Medemblik. Het begon te
schemeren en het werd donker. Wij, moe en
niet zo weerbaar meer, werden stilletjes en
hoopten dat we het goede spoor bleven vol
gen. Een enkel lichtje langs de dijk en een
vuurtoren die z'n licht over het ijs liet strij
ken loodsten ons, goddank, naar het eind
punt.
Maar ijs is ijs en blijft actie en avontuur vragen.
Op 2 maart togen mijn broertje van 9 en ik
weer naar het IJsselmeer. Ik met de die win
ter gekregen kunstschaatsen en mijn broer
met houtjes die steeds naast zijn voeten
gingen zitten. Er was een tocht uitgezet van
Medemblik naar Enkhuizen die 40 km was.
Heel lang heb ik gedacht dat we die afstand
verzonnen hadden, maar onze stempelkaart
geeft aan dat de tocht wel degelijk zo lang
Auto-"Rally
JDrie UsselmeerSteden
SH Februari 1063
Kroniek no. 66, 2ie jaargang, 2013/3
ERVE