Margreet vervolgt: "Uiteindelijk brachten mijn man en schoonvader de melk met z'n tweeën, één bus tegelijk, over het grasveld, via een plank over de sloot, naar de weg. We hadden nog een probleem, want we kon den er met onze eigen auto via de oprit niet meer uit. We hadden een 2CV'tje (een 'lelijke eend'). Dat hebben we na enige tijd gelukkig kunnen oplossen door via de achterzijde de bouw op te rijden en vervolgens evenwijdig aan de oprit via een oude dam de Schelpen- bolweg op te gaan. De grond was natuurlijk bikkelhard, dus dat ging vrij makkelijk. Maar wie ooit in een Eend heeft gereden weet bij benadering hoe die ritjes naar de weg verlie pen. Later hebben we de auto een tijdje bij de overburen gestald." De Schelpenbolweg werd wel regelmatig geveegd en op de Den Oeverseweg reed je tussen twee muren van sneeuw. Op Oud- jaarsavond begon het heel hard te sneeu wen. Margreets man ging toen nog naar de oudjaarskerkdienst. "Hij was gelukkig wel zo verstandig om de schop mee te nemen," vertelt Margreet. "Ik weet nog wel dat ik het erg spannend vond. Het sneeuwde als een gek en ik bleef alleen achter op het bedrijf met de twee kleine kinderen. Op Nieuw jaarsdag hebben we de melk naar de weg gebracht. Hoe we dat gedaan hebben weet ik niet meer, maar toen was het wachten op de melkauto. Die kwam pas tegen een uur of één in de middag, terwijl dat normaal al 's morgens vroeg was." In de loop van de nacht was er dwars over de Schelpenbolweg een enorm duin van sneeuw gewaaid. De melkauto schoot daar in en kwam er niet meer uit. "We konden het allemaal niet goed zien", zegt Margreet, "want alle ramen zaten vol met ijsbloemen. Door erop te ademen, maakten we een klein gaatje om te zien wat er aan de hand was. Er moest een bulldo zer aan te pas komen en uiteindelijk heeft deze de melkauto van achteren een beetje kunnen opduwen en kwam hij los. Later kwamen we erachter dat er ook op de Den Oeverseweg een melkauto vast was komen te zitten, die heeft er wel een dag of vijf ge staan. Dergelijke dingen zijn vandaag de dag onvoorstelbaar. Vijf dagen lang..." De communicatie liep in die dagen vrij pri mitief. Margreet: "Op de radio hoorde je wel over wat er buiten om je heen gebeurde, zo als de Elfstedentocht en het bevriezen van het IJsselmeer, maar je had er geen beeld bij. Bo vendien was er alléén een krant wanneer de postbode erin slaagde de huizen te bereiken. Veel mensen hadden al een telefoon, maar nog lang niet iedereen. Persoonlijk contact met de buren was daardoor ook schaars." Koud Een ander probleem was hoe de mest uit de stal te halen. "Stuifsneeuw sneed in je ge zicht, het was glad en koud en de mest was behoorlijk onhandelbaar. Het werk was heel zwaar en het moest natuurlijk wel elke dag gebeuren. Je had toen ook nog de goede kle ding niet hè, tegen de kou. Het was eigenlijk nog vrij kort na de oorlog en je trok gewoon van alles over elkaar aan." Zoals zo velen had de familie in die tijd een kolenkachel. In de woonkamer wel te ver staan. Die brandde dag en nacht, maar te gen zoveel vorst was de kachel niet opge wassen. In de ouderslaapkamer en die van de kinderen, die beide op het oosten lagen, vroor het. Margreet en haar man hadden hun bed en de kinderbedjes op de kleinste slaapkamer boven de keuken gezet. Daar bleef het boven nul, doordat eronder, in de keuken, werd gestookt. Veel wegen zagen erin 1963 uit zoals hier de Molenweg 40 Kroniek no. 66, 2ie jaargang, 2013/3

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2013 | | pagina 41