Ervaringen in de winter van i962-'63 (1) Margreet Kroon, lid van de archiefgroep van het Genootschap, vertelde aan Henk Toren- vlied hoe zij met haar jonge gezin Vlieg-Kroon, de koude wintermaanden doorstond op de boerderij aan de Schelpenbolweg, eind 1962, begin '63. Marieke Roos schreef het op. Een 'ooggetuigenverslag'. Een winter om nooit te vergeten Deze gedenkwaardige winter begon op de valreep van 1962. Op de kortste dag voor spelde het KNMI strenge vorst. Dat beteken de in die tijd dat de mensen in het buiten gebied extra maatregelen moesten nemen. Zij hadden immers de zorg voor de oogst en het vee. Toen de vorst lang aanhield en er ook nog een dik pak sneeuw viel, bracht het barre klimaat ook onverwachte problemen met zich mee. De familie Vlieg-Kroon, bestaande uit Mar greet, haar man, een dochter van twee jaar en een baby van vier maanden, woonde aan de noordkant van de Schelpenbolweg, tus sen de Den Oeverseweg en de Slootweg. De familie bestierde een gemengd bedrijf met een twaalftal koeien. Margreet vertelt: "We zouden op verjaars visite naar de verjaardag van mijn broer, maar dat kon niet doorgaan omdat we al lerlei maatregelen op de boerderij moesten nemen tegen bevriezing. Dat behelsde nogal wat: de grote schuurdeuren dichtstoppen, verschillende waterleidingen aftappen, de opgeslagen aardappelen afdekken, enzo voort, enzovoort." Sneeuw lag er nog niet, die kwam een paar dagen later. Al was het koud, boodschappen voor de Kerst konden nog gedaan worden. Daar stond het hoofd van Margreet en haar man trouwens niet echt naar. Margreet: "Onze grootste zorg was het bedrijf. We hadden nog aardappels in de schuur. We wisten het toen nog niet, maar daar hebben we die winter wel schade mee opgelopen. We konden ze niet sorteren en afleveren. Dat was met een heleboel boe ren hetzelfde, dus de aardappelen werden voor de consument erg duur. Toen in maart de dooi inviel kwamen alle aardappelen tegelijk op de markt en kelderde de prijs. Die aardappelen zijn uiteindelijk ingekuild en het jaar daarna aan de koeien gevoerd. Dat was echt een financiële strop. Geluk kig waren de bieten voor de vorstperiode al weg. De kou in de stal was geen probleem, want de koeien hielden die met z'n allen wel warm. De melkafvoer was voor alle vee houders wel een probleem, omdat iedereen in meer of mindere mate te maken had met onbereikbaarheid." Onbereikbaar De familie Kroon zat met de boerderij vrij ver van de weg af. Margreet weet nog goed wat dat voor effect had: "Aan de oostkant van onze oprit was een singel met bomen en struiken, dus die begroeiing hield de oostenwind aardig tegen. Maar toen de sneeuw kwam was de wind noordoost en vooral de stuifsneeuw blies de hele oprit vol. Die was dus onmiddellijk verstopt. De eerste dagen hebben we de oprit nog kun nen vrijscheppen, maar het was niet bij te houden. Dat betekende dat we niet meer met de melkbussen naar de weg konden." Door de oost-westrichting van de weg woei de sloot ook helemaal dicht, dat was geen uitzondering in het buitengebied. De Wieringermeerbode wijdde nog een heel artikel aan de situatie. De boerderij in winterse tooi, in een vriendelijker winter Kroniek no. 66, 2ie jaargang, 2013/3 39

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2013 | | pagina 40