De oorlogsjaren "Jan Huntinga, zelf ook werkzaam in een arbeiderskamp, gaf me de raad om kamp beheerder te worden. Gelukkig had ik een 'ausweis' dus kon overal naar toe. Ik werd assistent-kampbeheerder in Anna Paulow- na, daar lagen arbeiders in een school te Kleine Sluis. Ook in een school in Wieringer- waard en in een danszaal in Anna Paulowna. In die ruimtes waren slaapzalen ingericht voor arbeiders, die werkten bij de boeren. De Inspecteur van Sociale Zaken, hij woon de in Groningen, regelde het werk en zei op een gegeven ogenblik: 'Wittink, ik heb een andere klus voor je.' Toen kwam ik op Texel terecht, daar had je kampen midden op het eiland en bij de Cocksdorp. Tussendoor heb ik ook nog een half jaar in de Arbeidsdienst gezeten, dat was in 1942. De inspecteur had gezegd: 'Als jij die Ar beidsdienst doet, dan garandeer ik je dat je nooit hoeft te werken in Duitsland'. Dat heb ik toen maar gedaan. Je kreeg een soort uniform en werd daar behoorlijk gedrild, niet met een geweer, maar met een schop op je nek. We werden 's morgens afgemar cheerd naar de hei en moesten daar elk een bepaald stuk omspitten. Gelukkig was ik dat werk aardig gewend, maar erg lekker was het niet. Na die tijd kon ik zo weer beginnen als kampbeheerder. De inspecteur had nog wel een paar klusjes voor me, helemaal in Jips bij Boertange, daar lag ook een arbeiderskamp. Tenslotte kwam ik nog op een kamp bij Uithuizermeeden, daar zaten slikwerkers op de zeewering, die kwamen soms pas om 8 uur thuis voor het warm eten, i.v.m. laag water. Uiteindelijk kwam ik weer terug in de polder in de kam pen van De Terp en Slootdorp en daar heb ik het einde van de oorlog afgewacht. In die tijd deed ik ook wel eens wat in het ver zet, maar niet veel hoor. Zo heb ik wel eens wapens gebracht bij Van Dis aan de Dolfijn- weg, samen met Adrie de Zeeuw, die zat hier ook min of meer ondergedoken, hij kwam uit Axel, Zeeuws-Vlaanderen. Die wapens zaten in de schuur onder een vlasbult. Vlak voor de onderwaterzetting ging ik met diezelfde Adrie naar Westhof aan de Molenweg, daar lagen wapens onder een turfmolmbult. Kom eerst maar eens even naar de paardenstal, zei Westhof. Daar ging de pet af en werd een gebed uitgesproken voor de goede afloop. We hebben toen de wapens via een slootwal naar het kanaal gebracht en ze daar in een bootje geladen. Anderen zorgden weer voor verder vervoer." Naar Nederlands-lndië Als de oorlog is afgelopen tekent Willem in sep tember 1945 voor uitzending naar Nederlands- lndië. Na een zware opleiding in Weert en een maand training in Engeland gingen ze met een troepentransportschip naar Singapore. Willem Wittink op Zuid-Sumatra (Moeara-enim) In Malakka (Ma leisië) verdwaal den ze op een patrouilletocht en moesten twee nachten noodgedwon gen overnachten in het oerwoud vol mys terieuze geluiden en kreten. Willem heeft goede herinneringen aan de vriendelijke bevolking van Manado op Celebes (nu Su lawesi), de diverse feesten daar en de warmwaterbronnen van Kinilow. Ze deden Makassar aan en het eiland Morotai waar ze veel aan sport deden. Op het eiland Halmahera, met zijn prachtige koraalriffen en vliegende vissen, moesten ze Japanse krijgsgevangenen screenen voordat deze een schip opgingen op weg naar Tokio. Op hun reis langs de eilanden, waaronder Bali, zagen ze hanengevechten, lijkverbrandings feesten en diepe ravijnen. Voor het grootste gedeelte werd de bijna drie jaar dat hij in 23 Kroniek no. 66, 2ie jaargang, 2013/3

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2013 | | pagina 24