keuze en zo kon het gebeuren dat bijna 350 gezinnen geschikt werden bevonden om een toekomst in de Wieringermeer op te bouwen. De eerste gezinnen vestigden zich in mei 1932 in Slootdorp. In eerste instantie kwamen de arbeiders bij de Cultuurmij in dienst, maar in 1940 bleek dat van de 324 arbeiders er 73 in dienst van pachters waren getreden. Anderen waren inmiddels vertrokken of hadden ander werk. In 1942 werkten nog 118 landarbeiders bij de Cultuurmij; de meesten van hen gingen mee naar de Noordoostpolder. Een kleine groep landarbeiders werd ove rigens pachter. Gegevens over deze groep vindt u bij het volgende hoofdstuk. Pachters De groep van pachters was veruit de belang rijkste groep kolonisten in de polder. De Wie ringermeer was immers drooggelegd van wege de landbouwgronden. Aan de selectie van deze groep werd dan ook de meeste aandacht geschonken. Daarbij werd vooral op de volgende punten gelet: a) de theoreti sche en praktische bekwaamheid, b) de per soonlijke geschiktheid, c) de grootte en het soort bedrijf dat eerder beheerd werd, d) het gezin en zijn omstandigheden, e) de gezond heidstoestand f) de urgentie van de sollici tatie, en g) de financiële omstandigheden. Met name de laatste voorwaarde was heel streng: de gegadigde moest be schikken over fl 300,- per ha, hetzij uit eigen middelen, hetzij verkregen met hulp van de naaste familieleden. De eis van het bedrijfskapitaal voor (kleinere) akkerbouw- tuinbouwbedrijven werd later terugge bracht tot fl 75,- tot fl 100,- per ha, terwijl ook door anderen dan de naaste familie mocht worden bijgedragen. In het geval van de landarbeidersbedrijfjes (zie vorige hoofdstuk) werd de eis van het bedrijfs kapitaal teruggebracht tot fl 50,- per ha. Genoemde kleinere bedrijven, 50 in totaal, werden gereserveerd voor arbeiders met goede kwaliteiten en aan het gezin werden hoge eisen gesteld. In alle gevallen moesten uitgebreide vra genlijsten worden ingevuld, werd de nodige informatie door de Directie ingewonnen en werd een bezoek aan de gegadigde ge bracht. Uiteindelijk werd een selectie ge maakt op basis van leeftijd, bekwaamheid, opleiding, urgentie enz. en werd ook nog gekeken naar maatschappelijke betrokken heid t.a.v. kerk en verenigingsleven. Als je werd afgewezen had je het recht om later nog eens te solliciteren. Middenstanders De eerste middenstanders waren uiteraard de bakkers en de slagers, veelal afkomstig uit de omliggende gemeentes. In 1932 be gon de Directie met de uitgifte van percelen bouwgrond voor woningen en zakenpanden waarbij werd verlangd dat de zich vestigen de middenstanders financieel enig weer standsvermogen bezaten, terwijl ook gelet werd op vakbekwaamheid en persoonlijke geschiktheid van de betrokkenen om een zaak te leiden. Verder is over de selectie van de middenstanders niet veel bekend. Door een grote toeloop van middenstanders kon het gebeuren dat het aantal vestigin gen in de Wieringermeer groter werd dan in verband met het aantal inwoners wenselijk was. Hierdoor hebben sommige midden standers het vooral in de beginperiode heel zwaar gehad of zijn zelfs failliet gegaan. Pas toen de Directie regelend optrad is hier ver betering in gekomen. Tenslotte zij vermeld dat veel pioniers pas later middenstander zijn geworden. Vaak kwam dit door gezinsomstandigheden, bij voorbeeld wanneer de man in het gezin over leed. Aangezien er toch brood op de plank moest komen was een winkel beginnen een goede optie voor de vrouw. Deze mensen zijn winkelier geworden zonder daarop te zijn geselecteerd. Pier Montsma 12 Kroniek no. 66, 2ie jaargang, 2013/3 Kandidaten voor het pachten van Uiteindelijke pachters in 1942 Groningen 1197 86 Friesland 580 70 Drente 123 18 Overijssel 58 11 Gelderland 164 25 Utrecht 43 5 Noord Holland 1275 141 Zuid Holland 308 28 Zeeland 455 45 Noord Brabant 301 36 Limburg 32 7 Buitenland 10 0 TOTAAL 4533 475 Figuur 1; Uiteindelijke aantal pachters ten opzichte van het aantal kandidaten voor het pach ten van een boerderij.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2013 | | pagina 13