Naast genoemde lichamen bestond er ook nog een Zuiderzeeraad waar hij van 1919 tot 1935 lid van was. Deze raad was in de jaren twintig ook betrokken bij de kredietverle ning aan de in hun broodwinning bedreigde Zuiderzeevissers. Het zal niemand verba zen dat daar de spreekbeurten van "oeze Haarm" heel anders verliepen. Er wordt weinig meer over gesproken, maar onze polders hebben diep ingrijpende gevolgen gehad voor de vissers langs de Zuiderzee kust. Eigenlijk hebben alleen de Urkers zich door hun flexibiliteit weten te handhaven als zoutwatervissers. Op zijn 80e verjaardag ontving hij een tele gram van de Blocq van Kuffeler: "Heden is de dijk gesloten". De volgende dag werd hij opgehaald om in hoogsteigen persoon over de modderkluiten in de Vlieter te lopen. Verder was hij niet erg geïnteresseerd in de winning van land uit zee. Dat lag aan het feit dat hij van mening was dat er behalve in Drenthe ook in de rest van Oost- en Zuid-Ne derland nog heel veel woeste grond (tegen woordig noemen we dat natuur) aanwezig was die in zijn opinie prima om te zetten was in goede landbouwgrond. Daarvan had hij al goede voorbeelden gezien in bv. de veenko loniën en heideontginningen. Bovendien gaf het veel werkgelegenheid. En de ervaringen in de Haarlemmermeerpolder, ook ontwor steld aan het water, waren heel slecht. Toch hebben in latere tijden- de problemen in de veengebieden waren niet zomaar opgelost- heel veel Drentse, Groningse en Friese wer keloze veenarbeiders alsnog werk gevonden bij de Zuiderzeewerken. Om een beeld van de mens Smeenge te krij gen is het goed te weten wat hij nog meer in zijn leven heeft gedaan. Allereerst was daar de vereniging van de binnenschipperij, genoemd naar haar op richter Schuttevaer. Van 1891 tot aan zijn dood heeft hij deze vereniging geleid. Tij dens zijn Meppeler periode kwam hij door de eerdergenoemde schippersproblemen in aanraking met deze vereniging. Na Meppel ingeruild te hebben vooreen kan- tonrechtersplaats in Hoogeveen ontmoette hij weer andere maatschappelijke proble men, nl. diepe armoede en analfabetisme onder de vele werkeloze veenarbeiders. De turf raakte uit de gratie door de opkomst van de steenkolenmijnen in Limburg. Als oplossing zag hij hiervoor werkgelegen heid in de ontginningen en onderwijs voor de kinderen. Vooral beroepsonderwijs. Eerst via een combinatie van leren en werken. Dan, in 1900, verrees de eerste ambachts school in Assen. In hetzelfde jaar verruilde hij Drenthe in voor Amsterdam. Daar zou hij nog 29 jaar griffier van de rechtbank zijn. Algemeen kiesrecht was ook een item voor hem. Toen hij in de politiek begon mochten alleen mannen stemmen die belasting be taalden. En dat deed lang niet iedereen. La ter is er verbetering gekomen toen alle man nen mochten stemmen. Hij heeft niet voor deze kieswet gestemd. Het was hem niet genoeg: ook vrouwen moesten kiesrecht krijgen. Maar daar heeft hij, samen met zijn vrouw en twee dochters nog heel wat jaren op moeten wachten. Tot 1919. In 1935 is Harm Smeenge in Assen, op be zoek bij zijn dochter, overleden. Tijdens de begrafenis wapperden alle vlaggen van de binnenschepen in de Drentse Hoofdvaart halfstok. In de annalen staat hij beschreven als een praktisch ingesteld liberaal bestuur der, met oog voor details. Als groot staats man is hij de geschiedenis niet ingegaan. Marieke Roos Kroniek no. 65, 2ie jaargang, 2013/2

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2013 | | pagina 45