met het ouderlijke idee dat een Groninger boerenmeisje uit de Wieringermeer goed af zou zijn met een Groninger boer. Voor de jongens gold hetzelfde. Het is bekend dat er in het verleden Groninger boerenzoons de landbouwschool in "Stad" bezochten i.p.v. in Schagen of Alkmaar, maar ook van hier "te dansen" gingen in één van de beslo ten dansclubs op het Groningse platteland. Zoals de katholieke jeugd wel te carnavallen ging in Brabant. Een beetje "ons kent ons". Hoe dan ook, in Zuidhorn ontstond geen verkering; later pas en nog wel in Onderdijk. Maar niet met een Westfries, nee, met een Groninger boerenjongen uit Leens, Egbert Rispens genaamd, met een vader die ook een plek had gekregen in de Wieringermeer, aan de Nieuw Almersdorperweg. Het was zelfs zo dat ze, toen ze klein waren, zonder het te weten nog lid geweest moeten zijn van dezelfde gymnastiekvereniging! Als dat geen band smeedt! Het was tijdens de be vrijdingsfeesten dat Tineke de ook geëvacu eerde Egbert tegenkwam. Hier werd de ba sis voor een verkering en meer gelegd. Ingrijpende ervaringen OokTineke heeft de onderwaterzetting mee gemaakt. Nog ziet ze vader ieder uur naar het kanaal fietsen om te zien hoe snel het water steeg. Dat viel in het begin nog wel mee. In alle rust werden dan ook de kost bare spulletjes naar boven gebracht. Bene den deed moeder zorgvuldig de kasten op slot. De sleutel ging mee. Zorgen waren er om oudste broer Klaas. Hij had de leeftijd om tewerkgesteld te worden in Duitsland en hield zich half en half schuil. Ook had hij een vals persoonsbewijs. Tijdens de uittocht uit de polder werd hij gepakt. Omdat hij zijn persoonsbewijs niet bij zich had is hij naar de parkschouwburg in Hoorn gebracht en in hechtenis genomen. De eerste nachten logeerden de Iwema's in Andijk. Vandaar is Tineke, 18 jaar oud, met het valse persoons bewijs op zak naar Hoorn gefietst om Klaas op te halen. Wel met bibberende knieën, het zou best mis kunnen gaan. Maar de missie slaagde! De familie, gelukkig nu compleet, raakte nog verder van huis, want Raang kreeg het beheer over een boerderij in de Beemster. De eigenaar was een NSB'er en zat in het kamp. Een veebedrijf weliswaar, maar koeien waren de familie niet vreemd. Een jaar later zijn de Iwema's teruggekeerd. De spulletjes hadden niet naar de zolder gebracht hoeven worden en de sleutel was niet meer nodig. De hele boerderij was inge stort. Ze zorgden zelf voor een noodwoning door twee houten zomerhuisjes aan elkaar te verbinden en zo een woon- en een slaap gedeelte te creëren. Nog een jaar later trouwde Tineke en werd mevrouw Rispens. Drie kinderen werden er geboren: één zoon, Klaas, en twee dochters, Lieneke en Jeanet. Twee kinderen wonen er nog in de polder, de jongste dochter is met haar man, een boer uit de Anna Paulowna- polder, geëmigreerd naar Canada. In de begintijd slokte het gezin al haar tijd op, later is Tineke langzamerhand wat in het bedrijf gaan doen. Om te beginnen de boekhouding, en uiteindelijk ook dingen als trekkerwerk en aardappelen inschuren tijdens de oogst. Actief op het maatschappelijke vlak Maar ook het maatschappelijk leven trok. Tijdens een jarenlang lidmaatschap van de Nederlandse Bond van Plattelandsvrouwen (nu al 65 jaar!) heeft Tineke twee perioden in het bestuur gezeten. Ze is ook lid geweest van de provinciale agrarische commissie van de Bond. Wan neer dat is geweest? Tineke leeft niet zo met jaartallen. Wat de commissie deed? "Vergaderen zoals alle commissies", lacht ze. De dames kregen ondersteuning van het hoofdkantoor en organiseerden spreek beurten met voormannen uit de landbouw- wereld voor de Noord-Hollandse leden. Ook waren er bijeenkomsten op de Volksho geschool in Bergen waar gesproken werd over de emancipatie van de vrouw. Een hot item rond 1980. Voor Tineke en vele van haar medeboerinnen was dat niet zo nodig. In tegenstelling tot een boerin uit Drenthe die stiekem en zonder medeweten van haar 29 Kroniek no. 65, 2ie jaargang, 2013/2

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2013 | | pagina 30