niet meer weet waar we sliepen, hoeveel kle ren we bij ons hadden (dat kunnen er nooit zoveel geweest zijn), waar en hoe we ons wasten en of onze kleren werden gewassen. We gingen niet naar school en hadden geen schoolboeken bij ons, iets te lezen hadden we niet. Wat Eelke deed, en hoe we met elkaar op trokken kan ik me niet herinneren. Eelke heeft een keer zijn voet bezeerd en heeft een tijdje op de divan in de huiskamer ge legen, de dokter is er bij geweest, maar hoe ernstig dat was is me ontgaan. Er waren ook nog twee jongens van onze leeftijd uit Am sterdam, Henk en Loek. Henk is tot het einde gebleven maar Loek is eerder weer terugge gaan naar huis. Hoe we met die jongens om gingen? Ik kan het me niet herinneren. De toestand thuis in Amsterdam was ons al die tijd onbekend, voor zover ik me herinner zijn er nooit brieven voor ons gekomen, ook wij hebben nooit naar huis geschreven. Eén keer is vader op de fiets naar de Feitsma's toegekomen, dat moet in februari of maart geweest zijn. Hij had o.a. een paar sokken voor me bij zich die mijn moeder gebreid had van de wol van een oude trui, ze waren licht blauw. Daar was ik natuurlijk dolblij mee want ik had geen hele sokken of kousen meer. Na één dag dragen zat er echter al een gat in, de trui zal al wel versleten geweest zijn. Van Jaap Feitsma had ik een paar laar zen gekregen, maar van de linker laars was de zool gescheurd dus de laars lek. Toch is de tijd bij de Feitsma's in de Wierin- germeer, en vooral de laatste 6 maanden van de oorlog, het hoogtepunt geweest van mijn De Zweedse noodwoning, 23-2-1947 (foto fom. Feitsma) late jeugdjaren. De eerste jaren na de oor log ben ik in de schoolvakanties steeds weer teruggeweest bij de Feitsma's, en ook later hebben we daar op het erf met onze kinde ren een paar keer gekampeerd. Bij "Jaap van 't schaap" omdat er toen een schaap was. Aanvankelijk woonden de Feitsma's na het weer droog worden van de polder in een houten noodwoning, later werd het woon huis herbouwd, de schuur echter niet, wat er van restte waren de fundamenten. De grote kapschuur had de onderwaterzet ting overleefd en werd aan alle kanten van een muur voorzien en vormde zo de nieuwe bedrijfsruimte. Lieneke heeft als studente van de School voor Maatschappelijk Werk een scriptie ge schreven over de maatschappelijke maatre gelen bij het inrichten van de polder na het ontstaan in de dertiger jaren van de 20ste eeuw, waarbij Feitsma die vanaf het begin bij de polder betrokken was, de nodige inlichtin gen heeft gegeven. Mevrouw Feitsma is in de zestiger jaren overleden, Feitsma is daarna nog getrouwd met Marie die in "onze tijd" de dienstbode was. Jaap heeft de boerderij over genomen van zijn vader en is toen getrouwd met Maaike de Jong. Feitsma verhuisde met zijn tweede vrouw naar een bungalow in Wie- ringerwerf. Ze zijn beiden al lang overleden. Jaap is ondertussen al lang met pensioen en woont met zijn vrouw in een appartementen complex in Nieuwe Niedorp. Toni studeerde Keltische talen en werd professor in het "Oud- Fries" aan de VU in Amsterdam. Ze is onder tussen met emeritaat en woont in Friesland. De boerderij is in andere handen overgegaan en heet geen "Antoniahoeve" meer. Velp, 1 mei 2005, Han Veldman Naschrift Tony Feitsma is op 9-8-2009 op 81-jarige leef tijd overleden. Ook haar broer Jaap is nog niet lang geleden overleden: op 6 maart 2012. Hij woonde toen in Kapellehof te Den Oever. De foto's bij de herinneringen van Han Veldman zijn afkomstig van Piet Jellema, schoonzoon van Jacob Feitsma. (PPM) 36 Kroniek no. 63, 20e jaargang, 2012/3

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2012 | | pagina 38