Een jaarwisseling om nooit te vergeten.
Wij, Wieringermeerders, weten niet beter dan dat de Oude Zeug een haventje aan het
einde van de Zeug weg is. En dat de naam Wieringermeer pas bij de drooglegging is
bedacht. Een misverstand. In het verre verleden heette het wateral "den meerbesuyden
Wieringen". In het oostelijk deel hiervan bevond zich een ondiepte met de naam
Oude Seugh. Een connectie met een varken is niet te vinden, wel met het werkwoord
zuigen. Waarschijnlijk liep er een sterke stroming langs deze ondiepte.
Even verderop was er ook sprake van Nieuwe Seugh. Het verhaal hieronder is
waar gebeurd rond de jaarwisseling van 1778/1779.
Op 23 december 1778 vertrekt een han
delsschip, type fregat, met de mooie naam
"de Venetiaanse Galeij" uit Amsterdam
om koers te zetten naar de Middellandse
Zee. Eigenaar en kapitein van het schip is
Jan Christiaan Eijk, zijn bootsman is Michiel
Mulder en Jurriaan Lindt zijn stuurman.
Verdere bemanningsleden zijn: Michiel
Gabriel, Jan Gotliep Pries, Karei Lodewijk
Haman, Jan Rook en Jan Comar (allen uit
Coningsbergen, het huidige Kaliningrad).
Ook toen dus al niet-Nederlandse bemannings
leden aan boord. Verder zijn er nog enkele
matrozen aan boord van wie men het niet
nodig vond hun naam op te geven. Om de ver
raderlijke Zuiderzee met zijn geulen en ondiep
ten te passeren is ook Wijmer
Gerritsz als loods aan boord.
Kapitein Eijk heeft de opdracht
tarwe, planken en vaten bier te
vervoeren naar het Middelland
se Zeegebied. Gezien de naam
van het schip heeft hij vermoe-
delijkvaste contracten met han
delaren in Venetië. Onbekend is
of "de Venetiaanse Galeij" zelf
de tarwe en het hout uit één
van de landen in het Oostzeege
bied heeft gehaald, of dat het in
Amsterdam is overgeladen. Het
feit dat er vijf bemanningsleden
uit het (toen) Duitse Conings
bergen afkomstig zijn zou er op
kunnen duiden dat de kapitein
daar geen onbekende is. Het is
echter ook niet ondenkbaar dat
deze zeelieden in Amsterdam
werkloos zijn geraakt en op
zoek waren naar een schip om te monsteren.
Er is nog meer lading om mee te nemen,
maar omdat er zich nogal wat ondiepten in
de Zuiderzee bevinden, vooral in en bij de
Wieringer Meer, volgt een deel van de lading
in een lichterschip. Zo wordt voorkomen dat
een te zwaar beladen schip vastloopt. Lich-
terschippers komen, beladen met goederen
die bestemd zijn voor uitgaande VOC-sche-
pen, vanuit Wieringen, Kolhorn of Amster
dam op de rede van Texel en keren ook met
retourladingen terug naar deze plaatsen.
Oponthoud
Als het fregat vertrekt is het wel koud, maar
het weer is goed voor de tijd van het jaar. De
"2
Kroniek no. 62, 20e jaargang, 2012/2
zYoordor Ion
Huidel Ion