arts in Rotterdam, smaalt: "Wie gaat er nu
naar een land waar ze op kamelen rijden!
Blijf toch hier". Deze neef zal tijdens de
bombardementen van Rotterdam in mei
1940 omkomen. Het eerste slachtoffer van
de familie.
In diezelfde tijd, enkele jaren voor de
Tweede Wereldoorlog komen er veel
joden uit Duitsland en Oostenrijk naar
Nederland. Al op de vlucht voor het
opkomende nazisme. Niet iedereen wil
hier blijven, via Nederland lokt Amerika
en Palestina. De joodse gemeenschap
in Nederland neemt het initiatief deze
jongelui een beroep te laten leren dat in
Palestina zeer gevraagd is.
De Amsterdammer Abel Herzberg is hier
een voortrekker in. Hij heeft ook enkele
jaren in het kamp gewoond en er gewerkt
als directeur.
Pionieren
In Palestina moet alles van de grond af
opgebouwd worden. Van de Arabieren is
geen medewerking te verwachten. Zij dul
den hen niet of nauwelijks. De nieuwe be
woners zelf moeten zorgen voor voedsel,
onderwijs, huizen etc. Pionieren dus. Van
huis uit zijn de joden geen boeren. In veel
landen was het hen verboden land in bezit
te hebben.
Daarom past een opleiding hiervoor dus
goed in een pas drooggelegde polder.
En zo krijgt Slootdorp zijn "werkkamp".
Het woord "kamp" is nu wel erg beladen
geworden. We spreken hier liever over
"werkdorp". Minder bekend is dat van
daaruit ook jongens "stage" lopen bij de
boeren. "Pioniers voor pioniers". Daar le
ren ze nog wat extra's.
En zo gebeurt het dat in september 1939
Eliëzer, na zijn opleiding in het Werkdorp,
uit de haven van Rotterdam vertrekt op
weg naar zijn gedroomde toekomst.
Sde Nehemia
Aangekomen in Palestina sluit hij zich aan
bij de kibboets Sde Nehemia in het noord
oosten van het land. Deze kibboets is in
1940 officieel begonnen en de enige die
gesticht is door Nederlanders. Hij is daar
niet lang geweest. Hij paste daar niet erg,
volgens zijn dochter Dorit. Na de inval in
Polen wordt ook Engeland betrokken bij
de Tweede Wereldoorlog. Palestina, in
middels een Brits mandaatgebied, raakt
er zijdelings ook bij betrokken. De Engel
sen konden wel wat joodse soldaten uit
Palestina gebruiken om mee te vechten te
gen de Duitse opperbevelhebber Rommel
in Noord-Afrika. Later is er een speciale
eenheid geweest die ingezet is in Italië.
Edi, niet helemaal gelukkig in de kibboets,
meldt zich voor het leger. In mei 1945 be
vindt hij zich in Rome in een vrij Europa.
Lopend en liftend gaat hij vol hoop (en
vrees) naar Amsterdam...En vindt daar
niets terug. Niet-joodse buren vertellen
hem dat eerst zijn vader is weggevoerd
en enkele maanden later zijn moeder.
Zij heeft nog vanaf de trap geroepen:
"Mij kun je weghalen, maar mijn zoon
niet, die zit gelukkig in Palestina!"
Teruggekeerd in Palestina meldt Edi zich
bij de Hagana, in Britse ogen een opstan
dige beweging tegen het mandaat, in
joodse ogen het leger dat een zelfstandi
ge staat moet realiseren waarin voor alle
joden een veilige thuishaven is.
In 1948 ontmoet hij in Jeruzalem een sabra
(een in Palestina geboren joodse vrouw).
Samen krijgen ze één kind: Dorit. In 1970
krijgt Edi, na nog meer oorlogen meege
maakt te hebben, die van 1956 en 1967,
een hartaanval en sterft.
Toen in 2011 Dorit Delden 9 maanden in
Amsterdam woonde heeft ze de gelegen
heid te baat genomen sporen van haar
vader en onbekende en vermoorde groot
ouders en verdere familie te vinden. Met
Kroniek no. 61, 20e jaargang, 2012/1