'Mijn vader en moeder konden altijd wel wat missen' MC.SSS&« Het gezin Bil verhuisde in 1938 vanuit Het Bildt (Friesland) naar de Wieringermeer. Vader Simon kreeg hier werk als dorsmachinist. Het gezin kwam terecht in voor hen ongekende luxe, maar maakte ook zware tijden mee, zo vertelt dochter Els (1933). Dorsmachinist 'In Friesland werkte mijn vader als dorsmachinist bij het loonbedrijf van Hendrik Meijer. Deze had veel werk in de Wierin germeer en daarom ver huisden we naar Midden- meer. We kregen een huis in Poststraat 9. Aan de Oude Bildtdijk hadden we niet meer dan een krotje eigenlijk, een kamer met twee bedsteden. Eén voor mijn vader en moeder en een voor mijn twee jaar jongere broer Arie en mij. Hier kregen we een kamer van zes meter, een woonkeuken, drie slaapkamers én een douche. Wat een luxe. En ook nog telefoon - bijna niemand had die nog! - want de boeren moesten mijn vader natuurlijk kunnen bellen. Het telefoonnummer vergeet ik nooit: 661. Als ik nu een huis zie als dat in de Poststraat denk ik 'wat klein', maar toen vonden wij het toch groot!' Pindakaas 'Van de oorlog herinner ik me vooral de mensen die langs de deur kwamen om eten te vragen. Velen kwamen uit Amster dam, soms lopend, soms op de fiets, maar ook wel met een handkar. Ja, ze kwamen ook in het dorp, huis aan huis, dus niet alleen maar bij de boerderijen. Natuurlijk kon niet iedereen wat geven, maar dan stuurden ze de mensen door naar Post straat 9, naar ons. Daar krijg je heel veel, werd gezegd. Wij hadden ook genoeg. Mijn vader kon als dorsmachinist het graan zo meenemen. Thuis woog hij het af met een unster, zo'n ding aan een veer, en verdeelde het in zakjes zodat iedereen evenveel kreeg. Wij hadden thuis geen honger. Het ge beurde zelfs wel - achteraf vind ik het heel gemeen -dat we als kind een broodje kregen en er maar één hapje van opaten. De rest gooiden we weg. Nou, dan vlogen die mensen erop af als vogeltjes. Goh, wat vonden wij dat interessant. Nu zou ik dat nooit meer doen natuurlijk. Ach, ze had den zo'n honger. We aten broodjes met pindakaas, geen echte natuurlijk. Mijn vader en moeder poften tarwe in de pan, maalden het in de oude koffiemolen, de den er wat olie en zout door en zo hadden we pindakaas.' Trouwringen voor tarwe 'De mensen belden aan de voordeur, mijn vader moest dan omlopen naar de schuur om de tarwe te halen. Op een keer is zijn le ren jas gestolen. Al was het een oude, mijn Kroniek no. 61, 20e jaargang, 2012/1 Simon Bil bij de tractor die de dorsmachine aandrijft

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2012 | | pagina 18