De eerste 12 levensjaren van Rinus Venema
Rinus Venema werd in 1935 geboren in de
Torenstraat in Middenmeer als nakomertje
in het gezin van Markus Venema en Wiechertje
Ypelaar. Rinus was het vierde kind. Emmy,
Jan en Geesje waren hem voorgegaan. Zijn
ouders waren in 1932 vanuit het noordoosten
van Drenthe, uit Annerveensche Kanaal,
niet ver van Veendam, in de Wieringermeer
neergestreken.
Toen Rinus in 1941 de leerplichtige leeftijd
bereikte ging hij in Middenmeer naar de
lagere school. Lang duurde dat niet,
want al na veertien dagen verhuisde de
familie naar de toegewezen boerderij op
Schelpenbolweg 8, zodat vanaf toen de
lagere school in Wieringerwerf bezocht
werd. Het was de school waar nu "De Triangel"
in gevestigd is.
Ondanks de oorlogstijd verliepen de eerste
3 jaren vrij normaal. In 1944 echter werd de
school door de Duitsers opgeëist en werden
er manschappen in gehuisvest. Slechts een
deel van de school kon nog worden gebruikt
voor lessen aan de schooljeugd. Zo kwam
het dat er een rooster opgesteld werd met
de dagen waarop de kinderen al dan niet
naar school konden komen. De klassen
kregen bij toerbeurt les en werden dan naar
huis gestuurd met huiswerk. "Het waren
vooral rekensommetjes", weet Rinus zich te
herinneren.
Ook weet hij nog dat er les werd gegeven
in het bijgebouwtje van de Gereformeerde
kerk, wat nu "Ons Centrum" heet. Wat uit
die tijd vooral op zijn netvlies staat zijn
de "legeroefeningen" op het schoolplein:
marcheren en geweer presenteren. "En dat
ging er niet zachtzinnig aan toe".
Evacueren.
En toen kwam de fatale datum 17 april 1945,
die bij zeer velen in het geheugen gegrift
staat. De dag waarop de Duitse bezetter de
IJsselmeerdijk opblies en de jonge polder
onder water liep. Zo ook het land van vader
Markus Venema.
Het gezin bestond toentertijd uit 9 perso
nen. Oma (van moeders kant) was halfzijdig
verlamd en woonde in bij haar dochter en
schoonzoon. Ook dochter Emmy met haar
man Gerrit en baby Katrientje woonden
op de boerderij. Broer Jan, zus Geesje en
nakomertje Rinus completeerden het gezin.
Toen het water dreigend de polder in kwam
vluchtte het complete gezin met paard en
kar en een geitje naar Wieringerwaard: aan
de Barsingerweg B31 bij de familie Rezelman
werd onderdak gevonden. De paardenstal
werd ingericht als woonruimte, de koestal
als slaapplaats. De wc was boven het sloot
je. Er was te weinig ruimte voor het gehele
gezin, daarom sliepen de zusjes met de baby
aan de overkant bij "een oud vrouwtje".
Het vee van de familie werd een dag
later alsnog (lopend) opgehaald van de
Schelpenbolweg.
School in "Het Jodenkamp".
Nadat iedereen het "normale" leven na de
evacuatie probeerde te hernemen, kwam
ook de leerplicht van de jeugd aan de orde.
Rinus herinnert zich nog goed dat er op
een dag een paardenkar voor het huis ver
scheen met daarop een stuk of 9 negen
kinderen. Ook Rinus kreeg een plekje op de
houten bankjes op de kar en werd vervoerd
naar de brug bij Nieuwesluis. Vandaar
moesten de kinderen lopend verder naar
"Het Jodenkamp" aan de Nieuwesluizerweg:
hun tijdelijke school.
Omdat dit een wat hoger gelegen gebied in
de polder is stond het water niet zo hoog.
Voor de ingang lagen stropakken waar de
jongelui overheen moesten klimmen om
binnen te kunnen komen. Daarna werd
de trap naar de zolder beklommen en
daar stonden de schoolbanken klaar.
Meester Burger gaf les aan alle kinderen
die varieerden in leeftijd van 6 tot 12 jaar.
"De oudere meisjes hielpen de jongere
kinderen", weet Rinus nog.
Het was een ontspannen tijd om als jongetje
mee te maken. Zo dreef er eens een klomp
van een van de kinderen het water in; het
24
Kroniek no. 60,19e jaargang, 2011/3