ONDERDUIKEN IN SLOOTDORP Contract voor Uitbesteding. door Ida Sjouwerman In september 1940 werd ik geboren, in Amsterdam. Mijn moeder was 'half-joods' (zij had een Friese niet-joodse vader), mijn vader was 'helemaal joods'. Alle reden dus om op zoek te gaan naar een onderduikplaats, wilden wij niet worden afgevoerd naar de concentratiekampen. Via het verzet belandde ik in juni 1942 - zonder mijn ouders - in Slootdorp. Op de bijgaande vervalste papieren is te lezen dat ik onder de valse naam Wouwerman en onder een valse geboorteplaats en -datum (Gouda, 1941), als ik natuurlijk verschuldigd aan de andere leden van de familie Kloosterman. Zij waagden niet alleen hun leven voor mij (als ze waren verraden waren we met zijn allen afgevoerd naar een van de kampen), maar 'vader en moesje' waren zo liefvoor mij dat ik ze ging beschouwen als mijn eigen ouders. Ook mijn pleegzus Jits, maar 13 jaar ouder dan ik, was en is nog steeds een echte zus. Van mijn onderduiktijd kan ik me voornamelijk positieve dingen herinneren. We woonden voor de werkplaats van de firma Kingma, Kloosterman Tusschen de Rijksvoogdijraad te s-Uravenhage en de echtelieden fron Emmas treat 4 wonende te .Sl.OO.fclQXPis overeengekomen, dat door hen als pleegkind zal worden aangenomen Ida ouwe r man geboren .112 Februari 1941 tegen eene vergoeding van per week. Verder verplicht de Rijksvoogdijraad zich aan den verpleegde voldoende kleeding en schoeisel te verstrekken, alsmede de kosten van onderwijs en genees^ en heelkundige behandeling ten behoeve van den verpleegde te betalen. zogenaamd pleegkind werd uitbesteed aan de familie Kloosterman, woonachtig in de Koningin Emmastraat 4 te Slootdorp. Tja, wat weet ik nog uit die periode? Het begin was moeilijk. Ik weigerde de eerste week te eten. En als de oudste zoon des huizes, Jurjen Kloosterman niet net op tijd was thuisgekomen was ik teruggestuurd naar Amsterdam. Jurjen wist de juiste snaar bij mij te raken, en daarvoor zal ik hem eeuwig dankbaar blijven. Evenveel dankbaarheid ben waar vader Kloosterman werkzaam was als timmerman. Elke ochtend kwamen de bouwvakkers schaften in de Emmastraat en ik herinner me nog de geborgenheid en warmte die deze mannen naar mij uitstraalden. Een zwarte krullenbol van drie jaar was in de polder dan ook een zeldzaamheid. Ook herinner ik me de Emmahoeve, de grote witte boerderij aan de overkant van ons huis. Hier haalden we met een juk met emmers af en toe melk, en als ik geluk had mocht ik op een van 33 Kroniek no. 59, 79e jaargang, 2011/2

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2011 | | pagina 35