THUISZORG IS NIET NIEUW
Dit jaar is het 40 jaar geleden dat de
Stichting Gezins- en Bejaardenverzorging
in de Wieringermeer werd opgericht.
Al snel na de drooglegging werd er een
"Vereniging voor huisverzorging" opgericht
met als doel zieke huismoeders bij te staan.
Niet onbelangrijk, want in die pionierstijd
tijd werd er lang en hard gewerkt door de
mannelijke gezinsleden. Maar het gezegde
"een vrouwenhand en een paardentand
moeten niet stilstaan" ging zeker ook op
voor de Wieringermeerse huismoeders. Bij
ziek en zeer was hulp zeker broodnodig!
Toen na de onderwaterzetting de
Wieringermeerse gemeenschap zich
langzamerhand weer herstelde hebben de
drie kerkgenootschappen ieder voor zich de
draad hiervoor weer opgepakt. Er werd een
systeem opgezet waarin zieke huismoeders
en hulpbehoevende bejaarden de nodige
bijstand konden krijgen. Contactdames in
verschillende wijken hielden een oogje in het
zeil en zorgden ervoor dat vragen om hulp al
dan niet toegewezen werden.
Een nieuwe stichting
Het was een goedwerkend systeem; op deze
wijze was de hele Wieringermeer verzekerd
van zorg. De dames zetten zich geheel op
vrijwillige basis in en de meisjes en vrouwen
"op de werkvloer" waren goed op hun taak
berekend. De overheid stond garant voor
een goede betaling van het personeel en zo
had het nog wel jaren door kunnen gaan.
Ware het niet dat het parlement het nodig
vond de bejaarden- en gezinsverzorging te
professionaliseren! Veel keus was er niet en
dus staken de besturen noodgedwongen de
koppen bij elkaar.
De Nederlands Hervormde en de
Gereformeerde Kerk hadden de primeur in
onze polder. Zij richtten de Stichting Gezins-
en Bejaardenverzorging op. Nu moest de
professionalisering nog een gezicht krijgen.
Er kwam een advertentie in de regionale
krant waarbij om twee parttime leidsters
gevraagd werd. Deze dames moesten een
hogere beroepsopleiding gevolgd hebben.
Bv. maatschappelijk werk, wijkverpleging of
iets dergelijks. De stichting kreeg respons.
Twee sollicitantes meldden zich aan. Helaas
niet met de vereiste opleiding. Een van de
dames had vormingswerk voor volwassenen
gedaan en de andere had zich bekwaamd in
de jeugdzorg. Gelukkig wel op het vereiste
niveau. Ze waren dus subsidiabel zoals dat
heet. Beiden werden aangenomen en zo
gebeurde het dat het in juni op de kop af
40 jaar geleden is dat de contactdames op
een zijspoor raakten. Echter niet bij de twee
kersverse leidsters, Marieke Roos en Toos
Schuyt. Zij meenden heel wat te kunnen
leren van dit team. Deze dames kregen dus
nogal eens bezoek. Misschien was dit voor
hen meteen een manier om langzaamaan "af
te kicken". Voor de onervaren leidsters een
welkome manier van inwerken.
Naar buiten toe veranderde er niet zoveel.
Alleen de telefoonnummers. Zo was er bv.
geen kantoor. Het zou 10 jaar duren voordat
dat er kwam.
De leidsters werkten vanuit huis en waren 7
dagen in de week bereikbaar. Ook 's avonds.
Dat werkte wel een flexibele werkwijze in de
hand. Herhaaldelijk kwam het voor dat er in
de avonduren nog aan een acute hulpvraag
voor de volgende dag kon worden voldaan.
Het was wel even wennen dat geen van beide
leidsters kerkelijk was. Sommige gezinnen
hadden daar wel eens moeite mee. Een
bejaarde mevrouw vroeg eens: "Zitten jouw
29
Kroniek no. 59, 19e jaargang, 2011/2