ploegen zijn (Bram van Duinen met materiaal van Van Damme). Langs de rand naar Kolhorn waar de noodgemalen ook aan het werk zijn. De volgende morgen, woensdags november, met z'n drieën, Kwant, Aldert en ik eerst naar Ligthart te Nibbixwoud. Afgesproken dat Enter en Pink tot voorjaar '46 bij hen zouden blijven. Toen naar de Beurs in Winkel. Daar heel wat afgepraat en een Massey Harris kunstmeststrooier met 8 schotels besteld. Toen nog naar de politie te Kolhorn voor een vergunning om de Polder te mogen betreden. Toen naar Laan, de buurman van Stins in Bennngbroekwaarwe nogeen varken hadden. Nog even naar ons toevluchtsoord bij Stins, die bezig was te melken. De paarden waren in goede staat en vet. Zo weer naar Westwoud waar we de avond en nacht door brachten. Donderdagmorgen 15 november, met zijn drieën eerst weer naar Stins en toen weer naar Medemblik vooreen gesprek met het domeinbeheer. Vervolgens naar Winkel waar de Bureauhoudervan de Voedselcommissaris Stompedisselzetelde en naar Schagen voor de Oorlogs Molestverzekering. Verder zijn we nog even naar onze "ijzerwinkel Dekker", die nu bij zijn broer was, geweest. Zo via Noord-Scharwoude, even bij een kennis aan, en zo naar Alkmaar waar we bij de voedselcommissaris moesten zijn en waar we goed ontvangen werden. Van Alkmaar reden we weer via Hoorn naar Westwoud. Hier werd weer overnacht. Vrijdag 16 november, ongeveer om 8 uur gaan we met zijn drieën naar Oostwaard, (de namen Oostwaard, N.-Sluizerbrug en Jodenkamp zijn allemaal namen voor dezelfde plek in de polder) via Kolhorn. Van Egbert Oosterhof konden we een boot gebruiken met hulpmotor, en met een Jachtopziener mee. Het land stond verder nog onder water maar we moesten boven de kanalen blijven, wat wel een secuur werk was. Eerst naar Zonnehof. We hebben nog wat knuppels, stukken van de ploegen (voorscharen enz.) en wat van de binder meegenomen. De voorwagen van de binder lag nog vast. Een eggetrekstok en slijpsteen hebben we bij elkaar op een droge plek neergelegd. Ons erf was goed droog terwijl in het dorp Middenmeer nog 60 cm water stond. Ook het erf van C20 was droog. De kop van de haard die bij het "opvissen" zoek was is nu ook weer gevonden. Zo zijn we ook bij m'n moeders huis geweest. Wat kleinigheden werden meegenomen. Zo zijn we ook bij Kwants huis geweest en bij zijn pakhuis op het industrieterrein. Zware spullen konden we ook niet meenemen. De boot was maar klein. Nog even op het erf van C20 geweest, maar niets waardevols meegenomen en zo staken we vanit de Westfriese Vaart de Schagerweg over en konden we via de kanalen het Jodenkamp weer bereiken. De opgeviste spullen hebben we ieder weer naar onze evacuatieadressen gebracht. Onze laatste vaartocht was weer voorbij. In de dagen hierna worden vele bezoeken gebracht aan allerlei bedrijven: Firestone Geveke, Rubberbureau, Landré en Glinderman. Werktuigen worden onderhouden en voor de Lanz-trekker wordt een tweede stel 3-versnellings aangekocht en ingebouwd, zodat de snelheid wordt verdubbeld. Bij een bezoek aan het nood- gemeentehuis te Lutje-Kolhorn biedt aannemer Kingma een noodwoning aan van sintel-beton, 10m lang en 6m breed. Deze woning wordt aangekocht en later geplaatst. Op dinsdag 4 december staan de straten in Kroniek no. 57, 18e jaargang, 2010/3 De Lanz Bulldog met een zelfbinder

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2010 | | pagina 33