's Avonds afscheid genomen van de familie
Stins en die nacht in het hooi gestapen om
vroeg te vertrekken. De stoet van trekker en
twee wagens stond klaar.
Het was nog goed duister toen ik van de
hooitas kwam en de warmtelamp aanstak
waarmee de trekker moest starten. De
gloeikop van de trekker moest eerst goed heet
zijn voor men met succes met het stuurwiel,
in het vliegwiel, de motor aan de draai kreeg.
Maar alles verliep vlot. Egbert die met zijn
gezin nu nog bij Stins overbleef kwam mij nog
uitgeleide doen. Een vriendelijk afscheid van
vriendelijke en hulpvaardige mensen. In het
oosten begon het iets te lichten, de zon begon
z'n loop op 12 juli 1945. Zo reed ik weg van 't
Hogeland doorBenningbroeken Sijbekarspel.
Het was stil op de weg en geen verkeer. Toen
plotseling een knal: een wagenband had het
begeven. Vlug de dommekracht onder de
wagenrand en deze omhoog gedraaid en de
wielmoeren losgedraaid en een reservewiel
er weer op, en de moeren weer vastgezet.
Zo ging het weer verder, de nog stille straat
door van Sijbekarspel. Onze Bulldog had 3
versnellingen vooruit en was van voren op
luchtbanden, maar van achteren op ijzeren
wielen met punten en voor wegvervoer met
ijzeren loopbanden aan de buitenzijden. In
de 3de versnelling was de snelheid 7 km per
uur. Onze twee wagens (de derde hadden
de Duitsers een half jaar geleden gevorderd)
waren geheel volgeladen met allerlei spullen,
alsmede een vat gasolie en een vleuelpomp
om de trekker te vullen.
Van Sijbekarpsel verder bij Aartswoud
langs,over een paar honderd meter
Wieringermeerdijk, waar het water tegenaan
klotste en over de Groetpolderdijk bij Winkel
langs naar Kolhorn. Bram kwam me hier
achterop en om beurten zijn we zo verder
gereden door de Waardpolder, door de
Wieringerwaard naar Anna Paulowna en via
Ewijcksluis naar de korte Afsluitdijk en zo over
Wieringen en bij Den OeverdeAfsluitdijkop. Het
weer was prachtig en terwijl ik reed ging Bram
in de badkuip die op een varkensvervoerskist
stond voorop de wagen een slaapje doen. En
zo deed ook ik een middagdutje. Zo ging het
op Zurich en Harlingen aan, de weg ging toen
nog onderaan de dijk langs. Zo naderden we
Leeuwarden en gingen door de Vogeltjesbuurt
(Leeuwerikstraat) door de stad heen. We
stopten op een ruime ptekin de buurtwaarnu
de hoge flats staan en tankten onze trekkertank
weervol met gasolie. Bij Hardegarijp was het al
duister. We hadden de stormlantaarn vooraan
de trekker hangen. Die verlichtte flauwtjes de
weg. De sterren schenen en verkeer was er zo
goed als niets, geen mens viel ons lastig. We
reden de Friese Straatweg langs tot Burum
en via dit dorp reden we via Warfstermolen
naar Zoutkamp. Nu begon het weer dag te
worden en via Niekerk kwamen we om 6 uur
's morgens in Vliedorp aan. We hadden ptm.
160 km gereden in 25 uur op 60 liter gasolie.
Bram ging die vrijdag nog naar familie in
Baflo. Hij had nog een goede nachtrust gehad
tijdens de rit in het duister door Friesland
heen, vanaf Leeuwarden. Ik ging na aankomst
slapen tot in de namiddag. We waren blij dat
we alle spulletjes weer wat bij elkaar hadden.
De wagens werden binnen gereden en nu
kwam de tijd om te herstellen wat reparatie
nodig had.
Woensdag 22 augustus met de trekker en
wagen naar Leens om de inboedel naar het
huis te brengen. Op vrijdag 24 augustus
was het huis bewoonbaar en konden we
er slapen. Op donderdag 30 augustus was
moeders kamer klaar. Vrijdag 31 augustus en
1 september was het feest in Leens, Vrede
feesten. In deze dagen kwam de fam. Kwant
uit Midden meer tegenover ons wonen.
Kroniek no. 56, 18e jaargang, 2010/2
Enige tijd hierna komt het huurhuis in Leens beschikbaar: de
bewoners gaan weer terug naar Zuid-Holland. Er kan begonnen
worden met het opknappen van het huis. Op 5 augustus is de
Wieringermeerdijk gedicht en worden de pompen in werking
gesteld. De Fiat-motor wordt uit de kist gehaaid en in de auto
geplaatst; erzijn nog wat problemen met de oliedrukmeter. Op
maandag 20 augustus wordt het zeil gelegd in de woning te
Leens, er kan verhuisd worden:
26