mm we naar de kerk. Na de dienst rustig verder, en zo door Leeuwarden en door Harlingen bij de haven langs en langs de dijk naar Zurich. Daar was een kantoor langs de weg waar we een vergunning moesten halen om over de dijk te mogen rijden. Het was al niet vroeg meer, maar wij wilden graag doorgaan tot Den Oever. Er werd ons echter gezegd dat we moesten wachten tot de volgende morgen. Het personeel was bezig te eten van het Zweeds wittebrood, iets wat wij nog niet gezien hadden. In een hotel-café hebben we die nacht geslapen en 's maandags weer op het kantoortje waar we de vergunning kregen. Zo gingen we de dijk op, voor het eerst na de oorlog. In Kornwerderzand lag de grote brug in puin. Zelfs materiaal om het op te ruimen was er niet, en voor een nieuwe brug was ook geen materiaal om er een van te maken. We moesten rondrijden over de sluis heen (bij de huizen langs). Dat is nog lang zo gebleven. Zo zijn we de ruim 30 km lange dijk langs gefietst, en zo verder over Wieringen, de korte Afsluitdijk en door Anna Paulowna polder, Wieringerwaard, Waard- en Groetpolder en via Aartswoud naar Benningbroek, waar we op 't Hogeland ons eindpunt bereikten. Op Wieringen waren we nog even bij kennissen in huis geweest. Dinsdag 12 juni. Deze dag waren we bezig alles weer gereed te zetten en in te pakken voor de volgende verhuizing. Voor Bram was het ook een blijde dag, was de laatste dagen in Amsterdam voor z'n examen als student in de rechten aan de VU. Als student die onderduiken moest, had hij bij ons in de gevaarlijkste periode op de vliering geleefd. Hij kreeg werk bij een Molest- verzekeringsmij in Amsterdam. Zaterdags gaat Bram verhuizen naar een woning in Benningbroek. Zondag 17 juni, twee maanden na de dijkdoorbraak. Voormiddags gingen we naar de kerk in Sijbekarspel en 's namiddags met de kinderen mee naar Westwoud waar mijn broer en zijn gezin woonruimte kregen bij de familie Oud via hun contacten met hun hooibouwpaard. Maandag 18 juni ging ik op de fiets naar Amsterdam naar kennissen, die we aan voedingsmiddelen hadden geholpen en verder bij de Fiat voor onderdelen en bij Landré en Glinderman voor binderonderdelen en naar Firestone voor banden voor de Lantz trekker die nog op ijzeren wielen stond. Toen nog via Halfweg want hij kreeg deze dag een huis in het dorp toegewezen. Hij kon nu weer normaal wonen. Laterverhuisde hij nogweernaarKolhorn, wat weer beter paste. Woensdag 13 juni 's voormiddags naar de Beurs in Winkel. Donderdag 14 juni 's namiddags komt Slik uit Houwerzijl met de vrachtwagen. We laden van hetgeen is klaargezet en wat verder het beste past. Vrijdag de 15de juni vertrekt Slik met de vracht naar Groningen, terwijl mijn moeder meegaat naar m'n schoonouders. Al met al begint het bij Stins nu wat rustiger te worden. Mijn broer Kroniek no. 56, 18e jaargang, 2010/2 Het noodraadhuis te Lutje Kolhorn (foto Reg.Arch.Alkmaar) naar Haarlem waar kennissen woonden die we aan tarwe hadden geholpen. Vandaar via Alkmaar en door de Beemster en via Hoorn weer naar Benningbroek. In de dagen hieropvolgend wordt het restant huisraad en ook trekkerwerktuigen verhuisd. De Fiat wordt op sleeptouw meegnomen, terwijl de motor in een kist wordt vervoerd. Het huisraad en de gereedschappen worden opgeslagen in een schuur van Anje's ouders; daar kan ook verfwerk en ander onderhoudswerk gedaan worden. Ondertussen wordt begonnen met de aanleg van de omringdijk bij het Gat. De paarden in de Beemster worden verkocht en op woensdag 11 juli wordt alles in gereedheid gebracht voor een rit met alles wat nog over was, met 2 wagens naar Groningen: 25

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2010 | | pagina 27