stemming. Wel zagen we hoe duizenden Duitse soldaten naar het oosten vertrokken. Toen de polder eind 1945 weer drooggemalen was, stond er in grote delen van de polder niets meer overeind. Alleen van de kerken was het dak nog aanwezig. Van ons huis was weinig terug te vinden. Hele dorpen waren weggevaagd. In Nederland heeft deze ramp weinig bekendheid gekregen, mede omdat er geen slachtoffers vielen en het zo kort voor 5 mei 1945 plaatsvond. Alles stond in het teken van de bevrijding. In 1947 konden we weer terugkeren naar de De datum 17 april is voor ons al zestig jaar een gedenkwaardige dag". Jetske A.Smit-Bakker Naschrift: Bovenstaand artikel ontvingen wij van de heer Bauke Bakker uit Wieringerwerf en werd eerder gepubliceerd in Visie, het radio- en tv-blad van de EO; de boerderij van boswachter Bakker stond aan het eind van de Oosterkwelweg op kavel L7 en is na de onderwaterzetting niet herbouwd; de twee onderduikers waren Piet polder waar mijn vader voor de tweede keer met de aanplant van het Robbenoordbos begon. In datzelfde jaar bloeide tussen de overblijfselen van het dode bos overal de brem. Het bij ons in de schuur opgeslagen zaad had zich over de hele omgeving verspreid. De brem bloeit er nog steeds. Mijn vader is nooit meer de oude geworden en hij overleed, mede als gevolgvan de ontberingen in de oorlogsjaren, al op 68-jarige leeftijd. Blauwboer uit Wieringerwaard en Piet Dijkstra uit Wieringerwerf, toentertijd directeur Gemeentewerken; beiden zijn naderhand gevlucht en behouden thuisgekomen; het kamp Emmerik/Rees staat beter bekend als Kamp Rees en lag in Duitsland net over de grens bij Gendringen; voor meer gegevens over dit kamp zie www.dwangarbeidersapeldoorn.nl/kamp- rees/ (PPM) 20 Kroniek no. 55, 18e jaargang, 2010/1 De doorgebroken dijk in april 1945; links op de achtergrond de boerderij van defam. Geertsema

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2010 | | pagina 22