Vragen staat vrij (antwoorden ook) 11
1. Behoort de Wieringermeer tot West-
Frieland?
a. jawel;
b. nee hoor;
c. discutabel punt. Er kwamen wel vrij veel
West-Friezen in de polder terecht, maar
nog meer dialectsprekenden uit de over
ige provincies waren er vertegenwoor
digd.
2. De Wieringermeer werd in 1930 droogge
maakt. Waarom werd en wordt het dan
geen droogmakerij genoemd?
a. het 'Wieringerdroogmakerij' zou een te
lang woord worden;
b. een droogmakerij wordt omsloten door
een ringdijk;
c. een polder wordt door een (zee)dijk
beschermd.
3. De aardappel is familie van
a. de tomaat;
b. de pastinaak;
c. de koolrabi.
4. Wat was het belangrijkste argument om
land uit zee te winnen, wat de Wieringer
meer heeft opgeleverd, overigens na een
proefpolder onder Andijk?
a. om in ons dichtbevolkte land meer
mensen te kunnen opvangen;
b. ten behoeve van de eigen voedselvoor
ziening;
c. om te testen of men in open zee (de Afs
luitdijk was er nog niet) een grote waterk-
erende dijk kon aanleggen.
5. Welke veredelde grassoort is in de
Wieringermeer tot nu toe het meest
geteeld?
a. haver;
b. gerst;
c. tarwe.
6. Zowel grof- als fijnkorrelige zaden werden
vroeger breedwerpig over de akker ver
spreid. In welke Nederlandse provincie is
men begonnen met het zaaien op regels?
a. in Zeeland;
b. in Noord-Holland;
c. in Groningen.
7. De terp bij Wieringerwerf bood in 1945
voor enige mensen uitkomst tegen het
wassende water. Wat is de oorspronke
lijke betekenis van het woord 'terp'?
a. vluchtheuvel;
b. dorp;
c. overleving.
8. Wat was in de vroege middeleeuwen een
'eergetouw', van welk werktuig de
akkerbouwer thans nog de vruchten
plukt, echter na een progressieve ontwik
keling van genoemd werktuig?
a. een ploeg;
b. een cultivator;
c. een eg.
9. De huidige LTO-Noord (Land- en Tuin
bouworganisatie) was vroeger verdeeld
in drie zogenoemde standsorganisaties.
Welke organisatie hoorde er niet bij?
a. de LTB.;
b. deCBTB;
c. de Maatschappij van Hollandse Land
bouw.
10. Twee eilanden behoorden voor 1941 bij
Noord-Holland. Later niet meer.
Welke eilanden betreft het?
a. Pampus (bij Amsterdam) en Griend (in de
Waddenzee);
b. Vlieland en Terschelling;
c. Urk en Schokland.
Ben Datema
Kroniek no. 54, 17e jaargang, 2009/3