l60CT2+2 ZERECT. 2MEI-1943^ worden ze ontslagen en mogen ze het kamp verlaten om met vrachtwagens naar een pectinefabriek in Liebenwalde, ten noorden van Berlijn, vervoerd te worden. Daarzijn de omstandigheden heel wat beter, maar ook hier wordt weer op de vrije zondag bijgeklust om aan extra voedsel te komen. Zo verricht Jan o.a. metselwerk voor een Zwitser. Tot 21 april 1945 werken ze daar; dan wordt de fabriek ontruimd en vertrekken de Duitsers met vrachtwagens, op de vlucht voor de Russen, dievanuithet oosten richting Berlijn trekken. Op een of andere manier wordt via de Zweedse diplomatieke dienst in Berlijn nog een paspoort verkregen, hoewel Van den Berg het zich niet meer voor de geest kan halen hoe dat precies is gegaan. Hoe het ook zij: de arbeiders worden zonder een ontslagbewijs min of meer aan hun lot overgelaten en besluiten naar het westen te trekken, op weg naar huis. En daar gaan ze dan, lopend en liftend met legerwagens of vrachtwagens, onderweg beschietingen overlevend, overnachtend in schuren en boerderijen, levend van de broodbonnen die ze onderweg kunnen bemachtigen. Vlak na de bevrijding, op 10 mei, komen ze bij Nieuwe Schans de grens over. In Winschoten worden ze in quarantaine gehouden; DDT-poeder wordt gebruikt om ze te ontsmetten. Een verklaring van de B.S. (Binnenlandse Strijdkrachten) zorgt ervoor datze ongehinderd naar Buitenpost kunnen trekken. Daar komt Jan zijn broer tegen, bezoekt enkele oude bekenden en trekt verder naar Harlingen: misschien kunnen ze met een aardappelboot mee naar Texel. Dat lukt niet en de B.S. heeft de Afsluitdijk nog niet vrijgegeven. Na 2 tot 3 weken in een school te hebben gebivakkeerd, zijn ze Kroniek no. 53, ye jaargang, 2009/2 De reünie in 1972: boven derde van rechts Jan van den Berg

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2009 | | pagina 31