het knopen, het maken van een kampvuur, houthakken, woudlopen (sporen zoeken) leverden insignes op die op het uniform Wisselende ledenaantallen Het aantal leden van de padvinderij is altijd wisselend geweest. Vanaf de start in 1959 was een sterke stijging te zien, maar rond 1970 waren er slechts 4 verkenners over, onder wie Otto de Vries. Samen met Cor van derToren, jeugdleider bij de gemeente, wisten zij weernieuw leven in de padvinderij te blazen. Ze kwamen toen bij elkaar in De Stop, een voormalig textielatelier. Ook bij de meisjes ontstonden problemen, vooral bij hetvinden van leiding. In enkele gevallen werd zelfs een beroep op het hoofdbureau werden genaaid. Ook met de kunst van het pionieren, d.i. het maken van constructies om bijv. een mast op te zetten of een vlot te bouwen, kon je een insigne verdienen; als je goed je best deed, liep je er op het laatst als een kerstboom bij. In deze tijd is het misschien wat minder prestatiegericht, maar er kunnen nog steeds "badges", zoals het nu heet, worden verdiend. Hopman Frijns. De jeugd aan het pionieren Kroniek no. 52, 17e jaargang, 2009/t

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2009 | | pagina 31