voor 6 personen, een patrouille. Na het
ochtendreveil ontbeten de verschillende
patrouilles gezamenlijk, gezeten op
zelfgemaakte tafels en banken en daarna
had elke groep z'n eigen programma: een
fietstocht of een speurtocht, een bezoek
aan een museum enz. Aan het eind van de
Zomerkamp Bieslandse Bos.
SCOUTING
KAMPEERTERREIN
BIESLANDSE BOS
dag kookte elke groep z'n eigen maaltijd;
daarbij werd gekeken wie het beste en het
netste had gekookt, daar
kon je zelfs een prijsje mee winnen.
Het weer tijdens zo'n kamp werkte niet
altijd mee. Zo herinnert Joop Slabbekoorn
zich nog een kamp in Gaasterland. Op de
fiets naar Balk, in de regen. Ter plaatse
werden stenen trekovens gemaakt om op te
koken. Door het natte weer kostte het veel
moeite om de oven aan de praat te krijgen:
een echte woudloper gebruikte natuurlijk
geen papier, lucifers mocht nog net. De
avond ervoor werd heel dun berkenbast
verzameld en als het droog genoeg de
klamme tent overleefde kon je daar het
vuur mee aankrijgen. Het eten was vrij
eenzijdig in Joop z'n herinnering, bij vrijwel
elke maaltijd werd appelmoes geserveerd.
Ondanks het slechte weer ("'s Morgens
regen, 's middags regen, 's avonds regen",
volgens Joop) had hij toch een prachtige tijd
en vond hij het een geweldig kamp.
Ongelukken
geb-eurden er
soms ook. Jan
Hoornsman, in
middels leider
van de welpen,
was met de
padvinders op
kamp in Soest.
Op een gegeven
moment lag
iemand plat op
z'n rug, van 10
m hoog uit een
boom gevallen.
Bij aankomst in
het ziekenhuis
bleek het mee te
vallen, maar de leiding moest van de schrik
wel even bijkomen in een nabij gelegen
kroeg.
Nog een hopman, die genoemd mag
worden is de heer Frijns. Zijn optreden
kenmerkte zich door een grote openheid en
gastvrijheid; de groep kwam vaak bij hem
aan huisen ookzijn vrouwdeed enthousiast
mee. Gezellig met z'n allen saté op stokjes
rijgen en dat 's avonds roosteren op het
kampvuur op de Robbenplaat (nabij de
tv-mast). Het leiding geven was misschien
wat minder, maar gezelligheid was troef.
Ondanks die wat mindere discipline bleef
het werken aan vaardigheden belangrijk:
Kroniek no. 52, 77e jaargang, 2009/7
uting