dat veel buitenactiviteiten op De Terp
plaatsvonden, er stond daar een houten
gebouwtje van waaruit gewerkt werd. Omdat
de leiding nogweinigervaring had ging men
op cursus naar Den Helder of ergens aan
de kust (Bergen of Egmond) en zelfs een
weekend in Baarn werd uitgetrokken om te
leren hoe met kabouters en padvindsters
om te gaan.
Ondertussen (het is 1962) zijn de jongens
verhuisd naar de oude huishoudschool te
Slootdorp. O.a. Otto de Vries wordt daar
nog als welp geïnstalleerd, hij is dan 7 jaar.
De school is zo slecht dat al gauw wordt
omgezien naar een andere locatie: een
houten lokaal van de technische school van
Middenmeer wordt vakkundig uit elkaar
gehaald en onder deskundige leiding weer
in elkaar gezet op het DWOW-terrein. De
onderkomens van de jongens en de meisjes
staan dan zo'n beetje naast elkaar,
gescheiden door een greppel, dat nog
wel. Ook de activiteiten waren nog
gescheiden, alleen bij het organiseren
van een bazaar trokken de padvinders
gezamenlijk op om geld te verzamelen
voor de onderhoudskosten en voor de
zomerkampen. Voor een zomerkamp werd
een clubhuis en een terrein van een andere
club afgehuurd, een vrachtauto (ofveewagen)
werd volgestouwd met alle spullen en ter
plekke aangekomen sloegen de jongens een
tentenkamp op en bivakkeerden de meisjes
veelal in het clubhuis. De kampactiviteiten
vonden daarna nog geheel apart van elkaar
plaats. Na verloop van tijd werd het DWOW-
terrein vergroot en kregen de padvinders de
beschikking over de oude kleedkamers van
de voetbalclub.
Over hopmannen en zo
Bij de jongens was de hopman de
hoofdleider en elke hopman had
zo z'n eigen stijl. Hopman Methorst
bijv. besteedde veel aandacht aan de
organisatie. Er werden cursussen gevolgd
om beter leiding te kunnen geven, maar
wel met de achterliggende gedachte dat de
kinderen met plezier zouden komen; dat
was nog belangrijker dan wat hen geleerd
werd. Ook drong hij erop aan dat ervoor de
zomerkampen goede terreinen van andere
clubs werden uitgezocht. Zo trokken de
padvinders dan met
gehuurde tenten van De Boer naar de
bossen. Elke tent was groot genoeg
Kroniek no. 52, 17e jaargang, 2009/1
Het bouwen van een uitkijktoren.