60 jaar Katholiek Vrouwen Gilde
Het begin
In 1939 was Pastoor Braak de geestelijk
adviseur en stimulator voor het oprichten
van een vereniging van en voor katholieke
vrouwen.
Pastoor P. Braak (1931 -1941)
De initiatiefnemer vóór de oorlog
Medeoprichters waren mevr. Hopmans
-Dekkers als voorzitster, mevr. Sturm,
mevr. Suijkerbuijk en mevr. Aalders. Het
waren jonge vrouwen, net getrouwd, die
deze vereniging hebben gemaakt. Het
heette toen nog Rooms Katholieke Vrouwen
Bond en was nog niet aangesloten bij een
landelijke vereniging. Van deze periode
is weinig tot niets bekend. Van een oppas
van een van deze vrouwen weten we dat de
bijeenkomsten veelal 's middags waren. De
dames woonden vlak bij elkaar en gingen
samen naar de bijeenkomsten. Netjes
aangekleed, hoedje op en handschoentjes
aan. Aan het begin van de oorlog,
1941, werden de standsorganisaties en
verenigingen door de bezetter verboden
en opgeheven, en ook de R.K.V.B. moest
stoppen. In sommige delen van het land
gingen ze 'ondergronds'. Of dat hier in
de Wieringermeer ook gebeurde is niet
bekend. Na de oorlog op 10 juni 1948 werd
er opnieuw gestart. Initiatiefnemer was
deze keer Pastoor Langedijk, de geestelijk
adviseur. Deze ging op zijn fiets bij de
dames langs om hen te vragen in het bestuur
te komen. Als je dan vertelde dat je iets
dergelijks nog niet eerder had gedaan, was
"dat leer je vanzelf" het antwoord. Pastoor
Langedijk vroeg zo mevr. Kroft-Heemskerk
om als voorzitster, mevr. Aalders-de Grood
om als secretaresse en mevr. Koop-Berndt
om als penningmeesteresse, weer een
vrouwenvereniging op te zetten voor de
katholieke vrouw. Daarnaast waren er
de leden mevr. Schouten-Borst, mevr.
Eurlings-Crijns, mevr. Corstiaensen-
Schuiringa en mevr. Brattinga-Potma. Op
deze manier werd het eerste voorlopige
bestuur samengesteld en was het R.K.V.B.
herboren. Daarbij werd rekening gehouden
met alle groeperingen van de bevolking.
De keuze viel op twee vertegenwoordigers
uit de middenstandsgroep, twee uit
de arbeidersbevolking en twee van de
grotere bedrijven en daarnaast nog een
vertegenwoordiger uit het kleinbedrijf.
Uit de samenstelling blijkt ook dat ieder
dorp op deze manier in het bestuur
vertegenwoordigd was.
Kroniek no. 52, ye jaargang, 2009/7
i
17