"Een §T3f in de lucht" (Uit:Todesfugen, PaulCelan) Kroniek no. 50, 16e jaargang, 2008/2 De sleutel paste. Het met behang beplakte houten deurtje klemde nog even. In de afgeschotte zolderkamer stonden allerlei oude spullen opgeslagen. Al dertig tot ruim zelfs zestig jaar. Die moesten een nieuwe bestemming krijgen, als het kon bij de kringloop, want het huisje zou nu, juli 2007, worden uitgeruimd. Meer dan de uitgebouwde serre van de oorspronkelijke villa was het niet, het woninkje aan de Patrijslaan. De zoldering was laag. We moesten bukken om alles uit het donkere hok te slepen en te bekijken. Plotseling stond hij daar: een logge koffer. Het leek een kast en een kist tegelijk. Grote gelig- oranje oppervlakken, de randen voorzien van dik donkerbruin vastgeklonken leer, ronde ijzeren hoekstukken en een viertal stevige sluitingen. "Madler Koffer" stond erop, met een rood beeldmerk M, bijna dat van het sterrenbeeld Maagd. Zwaar. Een vóóroorlogse Duitse 'Samsonite'. Rechtop reikte hij even hoog als een deurklink en mat ruim twee handlengtes breed en diep. Hij opende zich doormidden. Links was een hangdeel met een losse linnen lap ervoor, klerenhangers met een steel eraan. Rechts, even diep, een aantal kartonnen laden, ook met linnen bekleed. De koffer bleek leeg. Er hoorde nog wel, vertelde de eigenaar, wat tuingereedschap bij, onder andere een oud snoeimes. In het kromme bijna zwarte houten heft stond een naam ingekrast: L. Leyser. Door Lothar zelf. Van hem was die koffer geweest. Hij was een jood en had tijdens de oorlog in de achtertuin van de villa, in het tuinhuisje, gewoond. Met zijn vrouw Gitta en zijn dochtertje Gabi. Gitta was toen in verwachting van de tweede. Wat er van hen geworden was? De geopende koffer van Lothar. (Eigendom Westerbork) Vermoord waren ze, Lothar Leyser met zijn vrouw en twee dochtertjes, op 9 juli 1943 in Sobibor. Het Digitaal Joods Monument op internet vertelt dit gauw genoeg. Sobibor! Dat beruchte Poolse kamp, dat zich -zoals Presser in 'De Ondergang' vertelt- aan de slachtoffers voordeed als vakantieoord "met een kantine, tuinen, perken met rozen". De villa van de kampcommandant heette Gottes Heimat, andere villa's Schwalbennest en Zum lustigen Floh. De tuinman van dat snoeimes moest dus sterven in een horrorpark. Bij de ontvangst daar, meldt Presser nog, "namen de kampbeulen kindertjes op hun schoot en gaven hun snoepgoed". De twee dochtertjes van Lothar waren nog maar twee en één jaar oud. Allemachtig! Zo kun je anno 2007 opeens struikelen over de 24

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2008 | | pagina 24