A. 6 Kroniek no. 49, 16e jaargang, 2008/1 GOLOPHON „Vlucht naar Voren" is ontstaan in April 1944, aan de hand van een journaal, door den schrijver bijgehouden tijdens zijn onvrijwillig verblijf in cel A II/3 van het Huis van Bewaring te Amsterdam. Reeds tijdens de bezet ting werd over de uitgave overeen- stemming bereikt, doch eerst in be gin 1946 kon het boek, gezet uit de Fransche Antiqua, in een op- lage van 4000 exemplaren ver schijnen van de persen van Mouten te 's-Gravenhage. Vijf en twintig exem plaren werden ge drukt op houtvrij papier, en voor zien van de nummers 1 25. Dit is nummer -> .1 V C/U1 Achterin het boekje "Vlucht naar voren" nieuwe boeken, één boek per week per persoon. Als je met meerdere personen in een cel zit, kun je tenminste nog van boek ruilen. Op dezelfde dag moet de vuile was ingeleverd worden en wordt een voedselpakket van het Rode Kruis uitgedeeld, beide om de veertien dagen. Op donderdag is het rustig evenals in het weekeind en op vrijdag is het spannend, want dan gaan soms transporten naar Amersfoort of Vught. De bewakers zijn meest Nederlanders, goede en minder goede. Eén van de minder goede is de "Schreeuwlelijk", een bewaker met veel geschreeuw en weinig wol, maar soms ook wel gevaarlijk. De Zwart vertelt: Toen hij samen met zijn buurman Montsma, een boer als hij, door deze wachtmeester naar de cel werd gebracht, beging Montsma de fout zijn handen in zijn zakken te steken. "Hande uit je zakke!"brulde de Schreeuwlelijk, maar Montsma, niet denkend dat een dergelijke toon in een dergelijk (Amsterdams) dialect voor hem bestemd kon zijn, hoorde het niet. Na nog harder gebruld te hebben met nog minder effect kreeg Montsma een slag in de nek en was het hem eindelijk duidelijk. "O, is dat de bedoeling zei Montsma, haalde zijn handen uit zijn zakken en liep door. De verhoren worden door de Duitsers afgenomen, meestal met een tolk erbij. Na verhoor duurt het vaak nog weken voordat er uitslag komt. Op dinsdag 1 februari wordt De Zwart verhoord en afgebekt door een Duitser. Enkele dagen erna, op 4 februari, wordt Klaas Doelman, de knecht van De Zwart, op transport gezet naar Amersfoort. Boer Smit mag na ongeveer 14 dagen al naar huis: "zijn" onderduiker had zijn leeftijd vervalst of zijn burgerlijke staat verzwegen en dus was Smit vrijwel onschuldig. Op 19 februari krijgt De Zwart bezoek van buurman De Vries uit de Wieringermeer: deze heeft de leiding over de boerderij op zich genomen en krijgt een uur om over boerderijzaken te praten. In het Fries wordt ook over andere zaken gepraat: thuis is alles goed met de vrouw en de kinderen Ook mevrouw Montsma probeert een bezoek aan de gevangenis te regelen. Na veel vijven en zessen wordt toestemming gegeven voor een bezoek. Op een koude wintermorgen, het is 1 maart, vertrekt ze naar Amsterdam. 77 T 7 za ric^t 13^ ^V- oU CriA/3-a. Cj^/i Briefje persoonlijk overhandigd aan de schrijver

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2008 | | pagina 26