75 jaar inwoner van de Wieringermeer. Enkele
herinneringen aan mijn kinder- jeugdjaren in
Middenmeer. 18 oktober 1932 tot 15 maart 1938.
Deel 2
Kroniek no. 49, 16e jaargang, 2008/1
Het jaar 1933 was er één van grote
bouwactiviteiten.
Op de hoek Kanaalweg-Breestraat werd de
Gereformeerde Kerk gebouwd, dat was
precies naast ons huis. Bij de
onderwaterzetting is de kerk zodanig
vernield en tevens te klein geworden, dat
deze op een andere plaats herbouwd is.
Ook de Rooms Katholieke kerk is in 1933
gereed gekomen, maar ook deze kerk heeft
de onderwaterzetting niet overleefd. Op
dezelfde plaats is de huidige kerk
gebouwd.
De Nederlands Hervormde Kerk aan de
Kerkring is november 1934 in gebruik
genomen. Deze heeft de onderwaterzetting
overleefd, zonder al te grote schade.
Middenmeer begon al een echt dorp te
worden, drie kerken, een school en zeven
bewoonde straten. Want ondertussen
waren ook de huizen aan de Kerkstraat,
(waar maar 6 huizen stonden), Breestraat
en de Poststraat klaar gekomen en
bewoond. Toen na de onderwaterzetting de
Gereformeerde Kerk niet op dezelfde plaats
herbouwd is, heeft men de Kerkstraat die
toen verlengd is, omgedoopt in Lelystraat.
Het vooroorlogse Middenmeer was nu voor
een heel eind voltooid. In de Brugstraat zijn
er nog wel enkele winkelpanden en
woonhuizen bijgekomen. HAKA, de
Coöperatieve winkel met als filiaalhouder
T.IJzer. Gauke Venema, fietsenhandel en
reparatie. Op nr. 39 heeft P.J. (Piet) Smit,
een drogisterij, annex brillenzaak, zich in
1936 gevestigd. Maar het grote werk was
gebeurd. Het was nog wel geen groot dorp,
maar door de grote gezinnen en de vele
kostgangers die er waren, was het
inwoneraantal in een korte tijd toch
behoorlijk gegroeid.
Middenstanders van buiten de polder.
In de beginperiode kwamen er ook
middenstanders van buiten de polder, die
probeerden in deze crisistijd een graantje
mee te pikken. Herinneringen heb ik nog
aan Ferweda een man met maar één arm,
kruidenier uit Kolhorn. Mijn ouders kenden
hem van de tijd dat ze in Winkel woonden.
Een man met één arm, bovendien van het
zelfde "houtje". Zeker in die tijd moest je zo
iemand steunen.
Vanuit Medemblik kwam Theo Brakeboer,
een groenteboer met twee hitten voor zijn
wagen. Als hij bij de Alkmaarsebrug was,
begon hij al te roepen en zijn waren aan te
prijzen. Dat bezorgde hem de bijnaam van
de "Schreeuwlelijk". Van uit Lambert-
schaag kwam Boeder, de petroleumboer.
Op z~n bakfiets stond een rond 200 liter
olievat. Met de toen bekende 4 liter blikken
Een zeilboot in het kanaal langs de Kanaalweg te
Middenmeer. Rechts de toenmalige Gereformeerde
kerk. (1933)
13