Kroniek no. 48, 15e jaargang, 2007/3
Watervoorziening
Nu de bebouwing buiten de dorpen door
den voortgezetten boerderijenbouw zich
belangrijk uitbreidde, kwam het vraagstuk
der watervoorziening meer en meer op den
voorgrond. Krachtens een in 1932 met het
P.W.N. gesloten overeenkomst zouden
voorshands alleen de drie dorpen van
leidingwater worden voorzien, waarvoor
het Rijk zich garant stelde voor een even
tueel tekort op de exploitatie. Nadat deze
de eerste jaren een verlies opleverde, werd
in 1936 voor het eerst een overschot
verkregen. De dorpen verkeeren, wat de
exploitatie betreft, in gunstige positie, wijl
aldaar het buizennet beperkt is. Anders
staat dit met het brengen van leidingwater
naar de verspreid liggende boerderijen.
Deze worden thans door middel van bron-
of hemelwater van drinkwater voorzien,
doch deze voorziening is riskant gebleken
in tijden van groote droogte en lange
vorstperioden. Ook bestaat gegronde
vrees, dat de bronnen zullen opdrogen of
op den duur zullen gaan verzouten, terwijl
in het Noordelijke en Noordoostelijke deel
van den polder, blijkens verrichte boringen,
slechts sporadisch drinkwater verkregen
kon worden. Het kolonisatie- alsook het
groote volksgezondheidsbelang eischte
hieromtrent nadere voorzieningen. Overleg
werd geopend met het P.W.N., dat bereid
bleek de geheele voorziening met
leidingwater van de Wieringermeer buiten
de dorpen, op zich te nemen, wan-neer het
Rijk een bijdrage ineens in de aanlegkosten
verleende van f 162.000,- Daarnaast zou de
provincie, wijl het hier een niet rendabele
uitbreiding betrof, met een bedrag van
f 68.000,- in de aanlegkosten moeten par-
ticipeeren. Het risico, verbonden aan de
door het P.W.N. opgezette rentabiliteits-
berekening, zou dan verder door dit bedrijf
worden gedragen.
De provincie bleek bereid genoemd bedrag
van f68.000,-voor haar rekeningte nemen.
De groote belangen, welke voor de Wierin
germeer aan een goede watervoorziening
vastzitten, leidden er toe den Minister van
Waterstaat voor te stellen op het aanbod in
te gaan, temeer daar de mogelijkheid nog
in uitzicht stond het werk in werkver
schaffing te doen uitvoeren.
De Minister heeft zich vereenigd met het
voorstel op bovengenoemde basis een
overeenkomst met het P.W.N. aan te gaan,
waarna den Minister van Sociale Zaken is
gevraagd de arbeidsloonen voor de in
werkverschaffing uit te voeren werken,
waarmede naar raming rond f 67.000,-
gemoeid zal zijn, voor rekening van zijn
Departement te nemen. In September a.s.,
wanneer een aantal arbeiders uit de
oogstcampagne vrijkomt, zal met den
aanleg van de buisleiding worden begon
nen, terwijl het geheele net einde 1938
gereed zal zijn.
Electriciteitsvoorziening.
Ook de voorziening van de buiten de
dorpen gelegen boerderijen en woningen
van licht en kracht door middel van
electriciteit, werd door de uitbreiding van
de bebouwing urgent. Het P.E.N. heeft zich
bereid verklaard het electriciteitsnet uit te
breiden, doch zonder een belangrijke
bijdrage van het Rijk blijkt deze uitbreiding
niet te verwezenlijken, wijl een rendabel
net nu, noch in de verre toekomst kunnen
worden verkregen. De onderhandelingen
omtrent deze electriciteitsvoorziening zijn
nog gaande.
Controle boerderijen.
In het verstreken voorjaar werden verschil
lende veehoudersbedrijven bezocht voor
controle op het gebruik van het bedrijfs-
gedeelte. Daarbij bleek, dat bij enkele
42