Kroniek no. 47, 75e jaargang, 2007/2
Gezicht op het bedrijf van Van der Kooi Woninginrichting; de benzinepomp
hoorde bij Hotel Lely, toen nog Hotel Wieringermeer
onderwaterzetting stak een hevige storm
op die voor enorm veel schade in de polder
zorgde. De panden aan de Pr.Bernardweg
stonden echter nog. De achtergebleven
bewoners hadden zich inmiddels in
veiligheid gebracht. Naderhand werd bij
Van der Kooi een gat in het dak gemaakt
om er meubels e.d. weer uit te halen en
naar Wieringerwaard te vervoeren, in het
halfduister van de zolder kreeg iemand nog
de schrik van zijn leven: was daar iemand?
Het bleek om een paspop te gaan, door
ongenode gasten voor de grap aangekleed.
Er waren al verschillende spullen gestolen,
zoals meer gebeurde in die dagen. Het
gezin inmiddels bestaande uit vader,
moeder en 7 jongens, verhuisde daarna
tijdelijk naar Friesland en vond onderdak
bij de ouders van Romkje te Sneek.
Tijdens de oorlog werd het rijden met een
auto, ook voor bedrijven, al vrij snel
onmogelijk, (zie ook het boek van Bas
BlijdorpWieringermeer 1940-1945) De
auto van Van der Kooi werd voor alle
zekerheid bij boer Pier Reitsma aan de
Molenweg in het stro verborgen. Tijdens de
onderwaterzetting is deze auto, ook
letterlijk, ten onder gegaan. Bij de
naderende dreiging van het opblazen van
de Wieringermeerdijk werd al veel mate
riaal en ook ledikanten, stoelen en kasten
van de zaak naar de zolder verhuisd. Na de
daadwerkelijke onderwaterzetting bivak
keerden enkele gezinsleden van de
bedrijven aan de Prins Bernhardweg (Van
der Kooi, Van Wijk de zadelmakerij en Ten
Cate de bakker) op de bovenverdieping
om de opgeslagen spullen in de gaten te
houden. Via de dakgoot kwam men bij
elkaar op bezoek. Vier dagen na de
8