31 Kroniek no. 41, 75e jaargang, 2007/2 de beschikbare overhoeken en bermen beplantingen aangelegd, welk werk met werkloozen door de GrontMij. te Zwolle werd uitgevoerd. Paarden Het aantal paarden bij de Cultuur maatschappij bedroeg aan het einde van juli 1936: 182 werkpaarden, 20 tweejarige paarden en 25 éénjarige paarden, waarvan aangekocht werden 21 enters en 20 oudere werkpaarden. De gezondheidstoestand van de dieren was over het algemeen bevredigend. Slechts bij uitzondering bleek het dezen winter toegediende voedsel rantsoen, bestaande uit hooi en stroo, niet geheel voldoende. Begin juni werd een 20- tal paarden bijgehuurd tot half september tegen een huurprijs van fl 60,- over de gehele periode, in den oogsttijd zal dit aantal nog worden uitgebreid. Trekkers In verband met het feit, dat de eerste trekkers reeds de eerste 8000 werkuren overschrijden en daardoor sterker aan slijtage en reparatie onderhevig worden, terwijl bovendien de voor Staats-.bedrijf te reserveeren gronden, welke reeds een 3-tal jaren in cultuur zijn, een intensievere en diepere bewerking vragen, werd een 7-tal Dieseltrekkers aangeschaft. Om ook eenige ervaring met andere trek-.kers te krijgen, werd eveneens een Lanz-Bulldog rups trekker aange-.schaft, terwijl een van de nieuwe Caterpillar-Diesels bij wijze van proef van een Kromhout-motor wordt voorzien. Overigens voldoen de Diese- trekkers zeer goed; alleen laat het zich aanzien, dat de hierin ontwikkelde hoogere temperaturen heel wat hooger eischen stellen aan de te gebruiken smeerolie, een punt, waar-.aan de smeerolie-leveranciers tot nog toe nog niet voldoende aandacht schonken. Wieringerwerf De aanleg van wegen, rioleering, enz. in Wieringerwerf kwam in de maand Mei geheel gereed. Doordat de „behuisde" straten het eerst werden opgeleverd, kon reeds in Februari worden aangevangen met het betrekken van de woningen. Nu Wieringerwerf gereed en bewoond is moge nog eens worden herinnerd aan de voorgeschiedenis van dit dorp. Oorspronkelijk ontworpen even ten noor den van het kruispunt van de kanalen Robbenvaart, Hoekvaart en Wieringer- werfvaart, aan beide zijden van de Robbenvaart, bleek bij nadere beschou wing de opzet wel wat al te ruim, zoodat een plan van meer bescheiden omvang werd gemaakt. Een inmiddels ingesteld onderzoek naar de bodemgesteld-heid in dit gebied bracht echter minder gunstige omstandigheden voor het bouwen aan het licht, zoodat bij aanleg van het dorp ter plaatse een voortdurende last op dit centrum zou worden gelegd, welke de ontwikkeling ervan zeker zou schaden en van de gemeen-.schap groote financieele offers zou vragen. Een tweede bezwaar, dat zeker niet minder belangrijk moest worden geacht, was gelegen in het feit, dat de Rijksweg nr. 7, met in de toekomst twee verkeersbanen, het dorp zou doorkruisen. Waar er allerwege ernstig naar gestreefd wordt het snelverkeer buiten de bebouwde kom om te leiden, zou het niet juist zijn in het nieuwe land niet aan dezen verkeers- eisch te voldoen. Er diende dus in de nabijheid van dit kruispunt van kanalen en wegen te worden gezocht naar een plaats, die aan beide genoemde bezwaren tegemoet kwam, n.l. beteren bouwgrond en buiten den Rijksweg nr. 7. Deze plaats werd gevonden ten noorden van de Terp in den hoek gevormd door de Dubbele Tocht en de Oosterterptocht.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2007 | | pagina 31