Kroniek no. 47, 15e jaargang, 2007/2 of woeste grond werden in eigendom en beheer overgedragen aan het Staatsbos beheer. Deze oppervlakte behoort sinds 1 januari 1942 toe aan de nieuw gevormde boswachterij 'De Wieringermeer'. De beplanting na 1945 Ten gevolge van de onderwaterzetting is het grootste gedeelte van de beplantingen verloren gegaan. Slechts op enkele plaatsen langs de randen is het houtgewas gespaard gebleven, terwijl hier en daar enkele grotere populieren en wilgen zijn blijven staan. Ook de eik herstelde zich in enige mate. Uit het in de grond achtergebleven zaad vormde zich een natuurlijke opslag van els, vogelkers, berk en vlier. Langs de wegen en in de bossen werd het dode hout afgekapt. Het hout werd verkocht, deels als brandhout, deels als palen. Het dode hout op de erven moest door de pachters zelf worden verwijderd. In het voorjaar van 1946 werd al met de herbeplanting begonnen. Een deel van het Robbenoordbos werd omgeploegd en als kwekerij ingericht. In 1946 werden al 92 erven van een nieuwe singel voorzien. Eind 1947 waren op 6 na alle erven weer beplant. Ter plaatse van de dijkdoorbraak werden de kavels L52 tot L57 bezaaid met eikels, deze ontwikkelden zich meteen goed. Daarna werd 28 ha doorgezaaid met esdoornzaad, dat op Wieringen werd verzameld. De resterende eikelbezaaiing werd doorgeplant met es en beuk. Langs de Noord- en Westzijde van dit nieuwe bos werd een windsingel geplant van berk, haagbeuk en els. Eind 1947 waren de drie dorpen voor het grootste gedeelte weer beplant. MEST. 27

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Kroniek Historisch Genootschap Wieringermeer | 2007 | | pagina 27