'Ik hoop dat we hier niet heen gaan'
Kroniek no. 47, 75e jaargang, 2007/2
Als pas afgestudeerd onderwijzer en net uit
militaire dienst kon dhr. H. de Groot
beginnen op de Landbouwhuishoudschooi
in Wieringerwerf.
Ik heb in een periode tussen het behalen
van mijn hoofdakte en de 'verplichte'
diensttijd enige tijd aan de Middelbare
Huishoudschool in Emmen gestaan. Ik was
nog jong, 23jaar en de meisjes op deze
school waren maar iets jonger, rond de
twintig, dat was dus niet altijd even
gemakkelijk. Het was een INAS-opleiding
voor o.a. de verpleging. Ze stonden er van
te kijken dat zo'n jong 'mannetje' zoveel
wist. Dat hebben ze wel gevoeld tijdens
hun 'boekenexamen'. Ik heb zelf heel veel
boeken gelezen en kon meteen merken of
ze genoeg van de te lezen boeken afwisten
of niet. Dat viel ze behoorlijk tegen.
Toen moest ik in dienst, waar ik héél kort in
heb gezeten, maar was daardoor wel mijn
baan kwijt. Het was namelijk zo dat je aan
het einde van een schooljaar werd ontsla
gen om bij het begin van een nieuw jaar
weer aangenomen te worden. Dit ging niet
op voor mij. Ik ben toen naar een lagere
school gegaan in Emmercompascuum.
Het was er klein en de klas bomvol.
Ik moest eerst vragen of 'meester' er langs
mocht om naar zijn plaats te gaan. Het was
een achterstandsbuurt, het was geen
werken. Ik ben nooit gemakkelijk geweest,
ben Groninger, kreeg zelfs ruzie met de
inspecteur daar. Ik had mijn jasje uitgedaan
omdat het zo warm was, maar dat mocht
niet. Ik heb toen een advertentie gevonden
voor het beroepsonderwijs en dat werd een
sollicitatie op een advertentie uit Wierin
gerwerf, waarin ze een AVO-leerkracht
vroegen én het was een volledige baan.
Ik was ondertussen getrouwd en een
volledige baan trok natuurlijk. Ik werd
opgeroepen voor een gesprek en ging in
een volkswagentje de Afsluitdijk over. Mijn
vrouw zei halverwege: 'Ik hoop toch niet
dat we hier heen gaan'. We reden de kale
polder in, dat was in 1970. We hebben nog
even in het dorp rondgekeken en gingen
naar de afgesproken plaatst voor het
sollicitatiegesprek. We stopten bij het
Domeinkantoor. We dachten dat dat het
gemeentehuis was. Het bleek dat we daarin
niet de enigen waren. Dat gebouw ligt daar
mooi centraal en straalde wat uit.
Uiteindelijk bij de burgemeester terechtge
komen op het gemeentehuis. Daar zat ook
mevr. Overzee, de directrice. Na het
gesprek ging ik weer, maar voordat ik onder
aan de trap was in de hal werd ik
teruggeroepen en kreeg te horen dat ik was
aangenomen. Op mijn vraag of er ook een
huis voor ons beschikbaar was werd
geantwoord: 'Over drie maanden komt er
een huis voor u beschikbaar'. Dit kon toch
niet. Wij kwamen uit Drenthe en hoe moet
dat dan! We zijn weer teruggegaan en
kregen later te horen dat we een huis
toegewezen kregen en daar wonen we nog.
Wij zijn nog wezen kijken waar we zouden
komen wonen. Het was de nieuwe Plane-
tenwijk. Daar lagen van die bouwplaten bij
de ingang van de Planetenlaan. Wij over de
platen, die in de blubber lagen, naar de
huizen die in aanbouw waren. Het eerste
huis wat ons aangewezen werd was later
klaar dan de huizen aan het begin van de
straat. Door een ruil kregen we daar een
huis en toen hebben we besloten om ons
hier te vestigen. Het is best ingrijpend
geweest, zeker voor mijn vrouw. Maar terug
gaan, nee dat niet meer. Ik ben Wieringer-
meerder, ik hou van de Wieringermeer in al
zijn hoedanigheden, ik hou van de ruimte.
17